Kennisbank

Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #7

De vorige eeuw was volgens mij nog niet eens ten einde, toen ik bleef haken aan een zinnetje in een artikel van het Amerikaanse persbureau Associated Press (AP). ‘We’re suffering from digital overload’, stond er. Met de komst van het nog jonge internet, zo was toen al duidelijk, dreigden we bedolven te raken met informatie over actualiteitszaken waarvan we, in de jaren, decennia en eeuwen daarvoor, gelukzalig onwetend waren.

Ook op televisie kwam ik een variant hierop tegen. Ik woonde toen in New Delhi en zag op BBC World de presentator van een nieuwsprogramma bijna zichtbaar en hoorbaar worstelen met zijn onderwerp. Dat ging namelijk over het volk der Oeigoeren, een groep mensen van wie, zo durf ik te zeggen, een grote meerderheid van de wereldbevolking nog nooit had gehoord, maar die nu digitaal ineens een soort van buren leken te zijn.

Kan ons kleine brein dat allemaal aan? Natuurlijk niet. We mogen dan inmiddels allemaal in ‘een online universum’ leven, zoals NRC-columniste Floor Rusman dat onlangs treffend noemde, dat wil niet zeggen dat we overal echt kennis van hebben. Integendeel, zo zou je misschien kunnen stellen. Ons zicht op de gebeurtenissen in de wereld is totaal geëxplodeerd en versplinterd geraakt.

Echte kennis

Waarmee de relevantie van ‘de vier vragen van Immanuel Kant’, levensvragen die deze filosoof al eind achttiende eeuw aan de orde stelde, onverminderd blijkt. Ik neem de eerste: ‘Wat kan ik kennen?’ Met het internet bij de hand, lijkt het antwoord hierop ‘alles’ te zijn. En via ChatGPT krijg je het antwoord ook nog eens binnen enkele seconden. Maar met echte kennis van de mens heeft het allemaal niet per se veel te maken.

Die echte kennis, zo leerde ik van een slimme vrouw uit Suriname, begint met de vraag ‘Wie is je moeder en wie is je vader?’ Bij ‘lokale feiten’ dus, om nog een term van Floor Rusman te lenen. Online lijken we allemaal wereldburgers te zijn en gaan we websurfend kriskras de hele planeet over. Maar typisch genoeg is ons digitale gedrag er mede de oorzaak van dat we niet steeds kosmopolitischer en vooruitstrevender, maar juist nationalistischer en conservatiever dreigen te worden.

Gedeelde werkelijkheid

Overladen als we zijn met digitale feiten die van overal en nergens in een duizelingwekkende vloed over ons komen, voelen we ons tegelijkertijd meer ontheemd dan vóór de komst van het internet het geval leek te zijn. Toen was veel meer sprake van wat ikzelf al jaren een ‘gedeelde werkelijkheid’ noem. Een werkelijkheid waarin we ons veilig wisten bij ‘moeder en vader’, en we vanuit die veiligheid de wijde wereld in konden, wetend dat er altijd weer een weg terug bestond. Nu dat niet meer het geval is, voelen velen zich ontheemd en bang. Bang voor de vreemde ander en daarmee dus bang voor elkaar.

Dat is een gevaarlijke trend. Het begrip ‘gedeelde werkelijkheid’ staat immers ook voor de bereidheid om als mens tot de ander te komen door te luisteren en te zoeken naar gezamenlijke oplossingen voor al die lastige kwesties die we in het leven tegenkomen, in samenleving en politiek. Een staatshoofd zou zeggen: ‘U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen.’

Echte wijsheid, ook voor het nieuwe kabinet.

Kees Broere

Met meer dan 40 jaar ervaring als journalist en schrijver heeft Kees duizenden artikelen geproduceerd voor landelijke media, honderden reportages voor televisie en radio gemaakt, en zes boeken geschreven. Kees Broere staat bekend om zijn open blik en combineert scherp inzicht met een verfrissende bescheidenheid.