Kennisbank

Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #58

Een jaar of 35 geleden was ik voorzitter. Zelfbenoemd, maar toch. Ik liet zelfs op Schiphol, waar ik toen regelmatig kwam, door een doehetzelf-machine visitekaartjes met mijn naam en titel drukken. Een paar slechts, genoeg om uit te delen aan de vrienden met wie ik een speels dispuut had over de beste manier om de tuin van ons gedeelde Friese weekendhuisje te onderhouden. Mijn ideeën daarover vertegenwoordigden een minderheid (alleen ikzelf namelijk).

Ik was, zo maakte het kaartje duidelijk, voorzitter van de ‘Vereeniging Hoog Gras’. De tuin, die wij met vijf maar vaak nog veel meer mensen deelden, kende een flinke grasmat, die met een heuse elektrische maaier kortgehouden werd. Mijn stelling was echter dat de tuin erop vooruit zou gaan, als we minder maaiden en meer kansen boden op ‘hoog gras’. Mijn vrienden wilden niet verder gaan dan mij daarvoor ongeveer één vierkante meter grond te bieden.

Op die vierkante meter, met stokjes en een touwtje omspannen, kon ik mijn gelijk bewijzen door niets te doen. Terwijl mijn vrienden zich ’s zomers ongeveer om het weekeinde in het zweet maaiden, hoefde ik hen slechts met gepaste nuffigheid te wijzen op mijn prachtige plekje, waar tussen het hoge gras ook allerlei voorheen ongekende struikjes en kruidjes opschoten. Plus natuurlijk de bijbehorende insecten. Ik werd ondertussen vriendelijk voor gek versleten.

De brede bermen

Fast forward naar 2025. Ik ben nog steeds te lui om te tuinieren (een heel belangrijke achterliggende reden voor mijn toenmalige voorzitterschap) en momenteel niet eens in het bezit van een tuin. Op mijn balkon staan pas sinds deze week enkele planten; kunstplanten inderdaad. Maar als ik vanaf dat balkon naar de brede bermen van mijn Amsterdamse straat kijk, zie ik hoe profetisch mijn vroegere pleidooi voor hoog gras is gebleken.

En er is meer dan dat. Ik keer nog even terug naar die tuin in Friesland. Mijn bevriende huisgenoten zagen mij wellicht als de ongevaarlijke deeltijd-dorpsidioot van Oosterzee-Gietersebrug. Maar ze gaven mij wel een plek in de tuin om aan mijn practical joke een uitwerking te geven. En dan niet een plekje ergens weggestopt aan de rand van de tuin, maar prominent en voor iedereen zichtbaar.

Minderheidsbelangen

Het is, natuurlijk, het kenmerk van een ware democratie. Die immers is er niet slechts om de wensen van de meerderheid uit te voeren, maar ook om de belangen van de minderheid te beschermen en dus ook de ruimte te geven. De kern van een democratie is dus juist datgene wat sommige zich democratisch noemende partijen tegenwoordig zeggen te verafschuwen: divers, gelijkwaardig en inclusief. Niet als woke gril, maar als core value.

En verder geniet ik uiteraard zeer van al die stroken langs wegen, trottoirs en paden waar vroeger alles kortgehouden werd, maar tegenwoordig duizend bloemen mogen bloeien. Ook heb ik sinds mijn terugkomst uitgebreid kennis mogen maken met het fenomeen ‘geveltuintje’. Waar vroeger grijze tegels het zonlicht weerkaatsten, fladderen nu de stadse vlinders en hommels, met dank aan het ‘Hoog Gras’.

Die geveltuintjes, zo las ik, zijn overigens wel aan regels gebonden. Zo mogen zij maximaal 45 centimeter breed zijn. Er is uiteraard een gemeentelijke vergunning voor nodig. En vergeet ook niet te overleggen met de buren over het draagvlak voor het geveltuintje. We zijn nog steeds in Nederland.

 

Kees Broere

 

Kees Broere

Met meer dan 40 jaar ervaring als journalist en schrijver heeft Kees duizenden artikelen geproduceerd voor landelijke media, honderden reportages voor televisie en radio gemaakt, en zes boeken geschreven. Kees Broere staat bekend om zijn open blik en combineert scherp inzicht met een verfrissende bescheidenheid.