Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #55
Hij was, hoe onbedoeld ook, zijn tijd ver vooruit. Catweazle, de Britse tovenaar uit de elfde eeuw, kwam door een mislukte toverspreuk terecht in de twintigste eeuw. Daar maakte hij kennis met wonderlijke fenomenen als vliegtuigen en elektrische verlichting. Als jeugdige televisiekijkers, begin jaren 70, vonden wij hem bizar en ook lief. En natuurlijk waren zijn avonturen allemaal verzonnen. Bij elkaar gefantaseerd. Gelogen, zo u wil.
Ik moet nog steeds weleens aan hem denken. Catweazle is de verwonderde, maar tevens een tikkeltje opstandige buitenstaander. Achter zijn waarnemingen gaat ook de vraag naar waarachtigheid schuil. Als mens weten we de meest wonderbaarlijke dingen te verzinnen. Maar op de vraag ‘Hoe te leven (en waarom eigenlijk)?’ hebben we na duizenden jaren hersengymnastiek nog altijd geen overtuigend antwoord.
Soms lijken we daar, al is het maar voor even, wel heel dicht bij in de buurt te komen. De kern van het antwoord blijkt dan vrijwel altijd eenvoud te zijn. We innoveren ons te pletter. We zijn in staat het leven voor onszelf en elkaar waanzinnig ingewikkeld te maken. Maar geef ons een geliefde, een fles wijn, een zak chips en een zonsondergang aan een tropische kust, en we beseffen: meer dan dat, figuurlijk gesproken, hebben we niet nodig.
Hoeders van de waarheid
Eenvoud en waarachtigheid dus. Plus het vermogen niet alles al te serieus te nemen. Onrecht dient bestreden te worden, maar wie daarbij denkt de waarheid in pacht te hebben, heeft misschien toch niet helemaal goed opgelet. Vroeger vertelde God hoe we moesten leven. Lange tijd waren onze ouders en andere leden van onze tribe de hoeders van de waarheid. En nu hebben we ChatGTP als onze eigentijdse Catweazle.
Met deze digitale tovenaar komt de vraag naar de waarheid opnieuw in een ander licht te staan. Als mensen willen we de antwoorden geloven die ChatGPT op onze vragen geeft. Tegelijkertijd weten we allemaal dat de waarheid van die antwoorden niets te maken heeft met de werkelijkheid van onze vragen. We leveren ons over aan statistische hallucinaties en voelen ons daar bijzonder prettig bij. We zijn onszelf overstegen.
Overbodigheid
Het voordeel hiervan (of nadeel, zo u wilt) is dat we over niet al te lange tijd als mens ook echt nergens meer nodig voor zijn. De transhumanisten uit de tech-wereld werken hard aan onze overbodigheid. Dan kunnen we de hele dag met onze geliefden aan de kust gaan zitten, wachtend op de zonsondergang. Maar dan ook zal blijken dat wij daaraan geen enkele voldoening meer ontlenen. Want wie zich overbodig weet, is ook niet meer in staat zichzelf lief te hebben. Het zijn de paradoxen waarmee kunstmatige intelligentie ons confronteert. Mensen presteren bovenmenselijke dingen, waarmee het hele proces van menselijke zingeving juist een nihilistische uitkomst krijgt. Straks zijn er geen vragen meer, maar alleen nog maar antwoorden. Terwijl het ooit precies andersom was.
To be, or not to be, that is the question.’ De steeds weer terugkerende vraag dus hoe te leven (en waarom eigenlijk). De poging om die vraag te beantwoorden heeft ons ongekende staaltjes menselijke creativiteit opgeleverd. Wetenschappelijk vernuft en artistieke kracht. De gedachte dat dit alles er niet meer toe zal doen, is erg moeilijk te verteren.
Ik kan mij natuurlijk vergissen. Want vergissen is menselijk. Dat gelukkig nog wel.
Kees Broere