Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #52
Je kunt wel zorgeloos de wereld over gaan, maar het is altijd fijn als een achterblijver de zaken een beetje op orde houdt. Ook in dat opzicht had ik het bijzonder goed getroffen. Wanneer, ik noem maar iets feitelijks, er weer eens fraude was gepleegd met mijn credit card, was er altijd die dierbare vriend in Amstelveen. Hij zorgde ervoor dat de financiële schade beperkt bleef en wist via de reguliere post steeds een nieuwe card bij mij te krijgen.
Hoewel ik metterwoon in Nederland ben teruggekeerd, is hij nog steeds gemachtigd voor mijn bankrekening. Zoals dat gaat als je weet dat je elkaar kunt vertrouwen. We hebben er gewoon geen van beiden nog aan gedacht om dat te veranderen. Pas als u mij bedelend in het Vondelpark aantreft, terwijl hij aperol spritz nippend in de buurt van het Garda-meer is gezien, is het wellicht tijd de machtiging in te trekken.
Al mijn zakelijke Nederlandse post kwam ook bij hem binnen. Veel is daarvan nu natuurlijk niet meer over: papier is ofwel geschiedenis geworden, ofwel karton en dan bedoeld voor pakketjes. Minipakketjes soms ook, nodig bijvoorbeeld om een nieuwe credit card in te versturen. De maatschappij die dat voor mij doet, kan inmiddels beter rechtstreeks mijn eigen Amsterdamse adres gebruiken dan de omweg via Amstelveen.
Een online omgeving
Maar dan moeten ze dat adres van mij natuurlijk wel hebben. Om dat door te geven, belde ik deze week met de creditcardmaatschappij. Tot mijn vreugde kreeg ik een echt mens aan de lijn, een vriendelijke meneer die met allerlei vragen checkte of ik wel ik ben, en pas daarna zei dat ik zelf, ‘in een online omgeving’, mijn nieuwe adres zou moeten doorgeven. Mijn “maar we hebben elkaar nu toch al aan de lijn?” maakte geen enkele indruk.
Aan het slot van ons gesprek stelde hij de standaardvraag of ik nog een vraag had. ‘Ik hoop dat het goed met u gaat,’ zei ik. Uit zijn reactie maakte ik op dat hij schrok van deze simpele menselijke opmerking. Ik ging dus maar snel de ‘online omgeving’ in en kwam er toen achter dat ik voor de adreswijziging een code nodig had die ik per sms zou ontvangen. U begrijpt het al: behalve mijn adres is ook mijn telefoonnummer veranderd.
Onfatsoenlijk of oneerbaar
Nog maar eens gebeld dan met de creditcardmaatschappij. Dit keer kreeg ik een vriendelijke mevrouw aan de lijn. Zij voerde zonder morren mijn nieuwe telefoonnummer in, – maar niet meteen ook maar mijn nieuwe adres, want daarin voorziet het online protocol nu blijkbaar eenmaal niet. Ook zij vroeg aan het slot of ik nog een vraag had. ‘Ik hoop dat het goed met u gaat,’ zei ik opnieuw. ‘Jazeker,’ was haar antwoord. ‘En wat aardig dat u dat vraagt.’
Oefff, gelukkig; zij was geschrokken noch beledigd. De gesprekken met de klantenservice worden opgenomen voor ‘kwaliteitsverbetering’, maar ik weet dat daarmee bedoeld wordt dat de servicemedewerkers met de bandopname kunnen bewijzen of zij door de klant onfatsoenlijk of oneerbaar zijn toegesproken. Naast een hand op een onderarm kan immers ook een vraag als een ongewenste intimiteit worden opgevat, zo heeft Nederland mij het afgelopen jaar geleerd. Ik snap dat. En ik snap dat niet.
Maar ben altijd bereid te leren.
Kees Broere