Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #51
De laatste keer dat ik erover las, was de supermarkt in handen van een eigenaar uit Jamaica. Niet zo heel vreemd, want dat Caribische land heeft inmiddels veel meer te bieden dan reggae en atletiek. Op het eiland van die supermarkt, Curaçao, is trouwens nog wel meer Jamaicaans bezit. En al vele jaren werken er ook de nodige Jamaicaanse onderdanen, zoals in het toerisme. Al met al een vrij sterke inter-Caribische link dus.
Maar nog altijd, zo kon ik onlangs tijdens een kort bezoek aan Curaçao constateren, heeft de supermarkt geen overheersend Caribisch karakter. Sterker nog, de zaak ‘Van den Tweel’ doet mij vaak denken aan het land waarin ik de afgelopen 12 maanden de meeste tijd heb doorgebracht; aan Nederland dus. En dat niet alleen omdat pal naast de ingang een haring- en andere viskraam staat waarvan de vette geuren met de passaatwind over het parkeerterrein waaien.
Vroeger mocht Van den Tweel de naam en het logo van ‘Albert Heijn’ gebruiken. Dat is al een aantal jaren niet meer zo, maar met de Ahold-holding worden nog altijd veel zaken gedaan. In de schappen vind je er de nodige producten die je ook in Nederland bij een willekeurige AH tegenkomt. En al is de clientèle er overwegend Curaçaos, de gedachte aan Nederland is in de supermarkt bij de wijk Zeelandia nooit ver weg.
Interactie
En toch is het er geen Hollandse bedoening. Dat heeft niet per se te maken met de producten. Ook niet met het feit dat in de winkel de airco flink moet werken om de tropische temperaturen buiten te houden. En dat vrijwel al het personeel een Caribische achtergrond heeft, is op zich al evenmin erg onderscheidend. Nee, de supermarkt is vooral Curaçaos, is vooral Caribisch, dankzij de interactie tussen het personeel en de klanten, en tussen de klanten onderling.
Om met dat laatste te beginnen, wie eenmaal de boodschappen heeft afgerekend, hoeft nog lang niet naar huis. Achter de kassa’s is de balie waar je bijvoorbeeld koffie en pastechi kunt krijgen. Dat kan trouwens ook zónder enige boodschap te doen. De tafeltjes bij de balie zitten, vooral in de ochtend, vol met vrolijk kwebbelende, vaak wat oudere mensen die de kunst verstaan om van iets ogenschijnlijk banaals als boodschappen doen een vrolijk uitje te maken.
Een ouwehoersessie
Zeker zo balsemend voor de ziel is de omgang tussen personeel en clientèle. In Nederland heeft mijn huis-AH vrij recent het aantal kassa’s nóg verder teruggebracht. Bij zelfscankassa naast zelfscankasse naast zelfscankassa staan we als zombies, met piepgeluiden vanaf het scherm maar verder in duistere stilte, onze spullen af te rekenen. Met ons bonnetje in de hand jagen we onszelf langs het betaalpoortje en snel weer de kille straat op.
Dat heet efficiëntie, en daar valt heus een boel voor te zeggen. De winst wordt gestroomlijnd. En laat ons eerlijk zijn, niet iedereen die de dagelijkse boodschappen moet doen ziet daarbij uit naar een ouwehoersessie met halve bekenden. Maar hé, het keuvelen is toch ook een soort ‘vlooien’, een lichamelijke en sociale activiteit die niet voor niets populair is bij dieren waarmee wij mensen nauw verwant zijn.
In een tijdspanne waarin een zelfscannende AH in Nederland er al minstens 12 klanten doorheen gejaagd zou hebben, waren mijn lief en ik bij Van den Tweel op Curaçao amper anderhalve meter dichter bij de kassa gekomen. Maar ondertussen hadden we ons nog geen seconde verveeld. Ook voor ons en ons anderhalf boodschapje nam de caissière alle tijd van de wereld. Gelouterd stapten wij weer de hitte in.
Kees Broere