Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #47
Een dierbare kennis van me, een man die ik hoogacht vanwege niet alleen zijn competenties, maar ook zijn integriteit en compassie, kreeg eind vorig jaar een nieuwe functie. Ik feliciteerde hem via WhatsApp, maar maakte meteen ook duidelijk dat ik geen idéé had wat zijn benoeming eigenlijk inhield. Glenn Thodé was namelijk geïnstalleerd als lid van het Kapittel voor de Civiele Orden. Ongetwijfeld eervol, en ongetwijfeld onbeduidend, zo dacht ik.
Ik wist al snel dat beide niet kloppen. En inmiddels kunt u dat ook weten. Het Kapittel toetst namelijk de voorstellen voor een Koninklijke onderscheiding. Anders gezegd, de club van mijn kennis beoordeelt mede of de voordracht van iemand voor een lintje gepast is. Als dat zo blijkt te zijn, hoeft voor de vorm alleen een minister nog maar even te tekenen en kan de voorgedragen persoon, zoals een vrijwilliger, in het terechte zonnetje worden gezet.
Tenzij dus, zo weten we inmiddels allemaal, die minister ‘Marjolein Faber’ heet. Wil Eikelboom, een bekend mensenrechtenadvocaat en iemand die zich voor weinig geld enorm inspant voor vluchtelingen in Nederland, wist op Bluesky de houding van Faber zeer treffend te kwalificeren: ‘Ik twijfelde tussen kwaadaardig en sneu en bedacht toen dat ik helemaal niet hoef te kiezen.’ Hij had er hooguit het woord ‘stupide’ aan kunnen toevoegen.
‘Pak ‘m dan’
Een vriendin van me, iemand die deze week haar boek ‘Vlucht’ ter wereld zag komen, pakte de treiterige Faber aan door vrolijk terug te pesten. Tineke Ceelen, de vertrekkend directeur van de Stichting Vluchteling, liet zich namelijk op verschillende plekken fotograferen in de nabijheid van het lintje dat zij eerder heeft ontvangen. Bij een van de foto’s plaatste zij de tekst: ‘Minister Marjolein Faber, pak ‘m dan, als je kan?’
Van mensen als Glenn Thodé, Wil Eikelboom of Tineke Ceelen zou wat mij betreft mevrouw Faber nog niet de schoenen mogen poetsen. Zij hebben zich, voor de Caribische delen van het koninkrijk, voor asielzoekers in Nederland, of voor vluchtelingen in verre en gevaarlijke gebieden, ingespannen op manieren waarvan de ‘Ik ben beleid’- bewindsvrouw niet eens weet te dromen. Competentie, integriteit en compassie zijn haar volkomen vreemd.
Aandacht afleiden
Tot het besef van dit laatste zijn inmiddels ook de meeste mensen gekomen die, bijvoorbeeld als PVV-kiezers, vorig jaar nog blij waren met de benoeming van Marjolein Faber. Uiteindelijk bleek er nog maar één persoon te zijn die, op het oog althans, zijn steun voor de minister van Asiel en Migratie bleef uitspreken.
Maar Geert Wilders deed dat uiteindelijk enkel nog om de aandacht af te leiden van het andere onderwerp waarop hij momenteel politieke nederlagen lijdt: Rusland en Oekraïne.
Waarmee we grappig genoeg minister Faber dankbaar kunnen zijn voor haar gevoelloze nitwitterigheid. De poging immers van haar partijleider om haar te steunen en zo het debat op een positieve manier zijn richting uit te kunnen trekken, die poging is als een cobra voor zijn gezicht uit elkaar geknald.
Want ook onder de PVV-kiezers zijn er genoeg mensen die zich als vrijwilliger inzetten voor de samenleving. Voor het grotere geheel en het grotere goed. Soms zelfs als dat betekent dat zij een asielzoeker een klein handje helpen. Marjolein Faber vindt dat een slechte zaak. En Geert Wilders blijkt zijn eigen kiezers aan de dijk te zetten.
Kees Broere