Kennisbank

Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #42

Ook als je ergens nog nooit bent geweest, kun je het idee hebben er al jaren te komen. Zoals in Huissen. Toen ik die plaatsnaam uitsprak, in een telefoongesprek met een bewoonster ervan, complimenteerde ze mij. ‘Veel mensen doen dat verkeerd.’ Dat weet ik, maar natuurlijk deed ik het voorkomen alsof ik verbaasd was. Elke rechtgeaarde Nederlander, dus ook de herinburgeraar, weet toch dat je Huissen schrijft maar Huussen zegt?

Huissen is in mijn leven gekomen dankzij een vriend die er geboren en getogen is. Hij kan met smaak vertellen over zijn jeugd in deze Gelderse plaats. Als hij praat over de buurtwinkel die zijn ouders er hadden, doet hij dat als vanzelf met licht-Huissense tongval, terwijl deze zeventiger toch al tientallen jaren in de Randstad woont. Dan zie ik niet alleen hem als jongetje achter de toonbank staan, maar ook mijzelf er als het ware als klantje binnenkomen.

Maar nee, er ooit geweest was ik niet. Tot deze week, toen ik er samen met een collega een werkafspraak had, in het huis van de vrouw die mij eerder had gecomplimenteerd. Toen we koffie dronken, liet ik de familienaam van mijn vriend vallen. Nonchalant, maar met de stiekeme hoop dat zij zou zeggen vaste klant bij haar vader te zijn geweest. Onmogelijk qua leeftijdsverschil, maar ik bedoel maar: in Huissen ben ik toch een beetje thuis. Vind ik.

De grote stad

Ik kan het ook anders zeggen. Als ik mij binnen Nederland verplaats, kan ik plekken aandoen waar ik nooit eerder ben geweest en mensen ontmoeten die ik nooit eerder heb gesproken. Toch zal alles en iedereen in zekere zin voor mij vertrouwd aanvoelen. Ik ben een paar kilometer van de grens met België geboren en opgegroeid, en voelde aan de Vlaamse kant meteen dat het er anders was. Maar Nederland is Nederland is Nederland. Voor mij.

Voor onze gastvrouw is dat anders. Zij prees mijn collega en mij voor het feit dat wij uit het westen waren ‘overgestoken’ naar het deel van het land waar zij woont. Dat hij in regeringsstad Den Haag resideert en ik in de Republiek Amsterdam maakte ons in haar ogen hoe dan ook mensen ‘uit de grote stad’. En Huissen mag dan stadsrechten hebben, zij durfde toch te spreken van een ‘dorpse sfeer’, die haar er prima beviel. Sterker nog, ze vindt het fijn dat niet iedereen in grote steden hoeft te wonen.

Mayo

En gelijk heeft ze, uiteraard. Maar door het gesprekje hierover besefte ik ook weer eens dat kleine werelden groot kunnen zijn en grote werelden klein. Ik herinnerde me ineens ook dat ik hierover ruim 20 jaar eerder in een boek heb geschreven. De epiloog van dat boek, zo zag ik net, heeft als titel ‘Nooit meer thuis, altijd thuis’. Ik schreef het toen ik in Kenia woonde en geen plannen had om naar Nederland terug te komen.

En zie: ik ben nu een terugkomer. Eentje die het buitenland met zich meegenomen heeft naar huis. In de trein terug zat ik bij twee jonge Somalisch-Nederlandse meiden. Een van hen zei dat ze voor het eerst naar Amsterdam ging. Ze hadden er zin in, scheurden hun ruime tweepersoonszak patat nog wat verder in, en doopten verlekkerd hun frietjes in de Nederlandse mayo.

Kees Broere

 

 

 

 

 

Kees Broere

Met meer dan 40 jaar ervaring als journalist en schrijver heeft Kees duizenden artikelen geproduceerd voor landelijke media, honderden reportages voor televisie en radio gemaakt, en zes boeken geschreven. Kees Broere staat bekend om zijn open blik en combineert scherp inzicht met een verfrissende bescheidenheid.