Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #40
VAN HEINDE EN VERRE
Notities van een terugkomer #40
Het zijn de aangenaamste uren van de doordeweekse dagen. Althans, voor wie het geluk heeft om dan in een rustige coupé van een trein te zitten voor een redelijk lange reis, en enkel naar buiten hoeft te kijken. Bijvoorbeeld op het traject tussen Amsterdam en Groningen. Twee uur lang, tussen 10 en 12 in de ochtend. Het moment van de dag waarop Nederland onder een stolp van stilte lijkt te liggen en je kunt dromen van de schoonheid van het ogenschijnlijk niets.
Van een echte 24-uurseconomie lijkt mij in Nederland geen sprake. Zelfs in de hoofdstad zijn de meeste kroegen in de eerste dagen van de week al gesloten voordat het nachtleven kan beginnen. Wie na 10 uur ’s avonds nog meer wil eten dan een patatje, kan in Nederland vrijwel nergens terecht. En gewerkt wordt er na middernacht alleen door verpleegkundigen en andere mensen in essentiële beroepen. De rest is vrij en slaapt. En dat is prima.
Maar de BV Nederland komt wel eerder op gang dan pakweg 30 jaar geleden. Ik fantaseer soms dat ik met een alziend oog boven het hele land hang en zie hoe er beweging komt in het fijnzinnige raderwerk van mensen die uit hun bed komen, al dan niet na een ontbijt de deur uit stappen, met allerlei vervoermiddelen op weg gaan naar hun werk, en dan naar binnen lopen bij hun kantoren, fabrieken, scholen en al die andere arbeidsplaatsen. Vervolgens gaan de deuren dicht.
Leeg en verlaten
Rond 10 uur, zo zag ik tijdens mijn recente treinreis door polders en provincies, is vrijwel iedereen die eerder het eigen huis verliet, elders binnenskamers aan de slag. Het gigantische infrastructurele netwerk dat in de loop van vele jaren is opgetuigd om elk zo vlot mogelijk de nieuwe bestemming te laten vinden, dat grote geheel van snelwegen, fietspaden en trottoirs, ligt er vanaf dat moment ogenschijnlijk leeg en verlaten bij. Niemand is nog buiten.
Of bijna niemand. Een oudere heer laat zijn opgewekt trippelende hondje uit. Jonge vrouwen (veel meer nog steeds dan jonge mannen) zijn met de kinderwagen aan de wandel. En waar je vroeger de postbode zag, de man die het bundeltje met kaarten en enveloppen uit de fietstas pakte, het grote elastiek ervan afhaalde en van huisdeur naar huisdeur ging, zie je nu op heel veel plekken de mannen en vrouwen van de talrijke pakketdiensten. Dat is alles.
Vacuüm
Nee, natuurlijk is het niet alles. Maar reizend met de trein door een landschap van lege velden, kale bomen en stille stadsstraten, krijg je tussen 10 en 12 uur in de doordeweekse winterochtend het gevoel dat het Nederlandse leven vacuüm getrokken is. Dat gevoel wordt versterkt door de relatief kleine hoeveelheid daglicht slechts die erin slaagt door de monotoon grijze lucht heen te breken. Als de coupé ook nog eens een stiltecoupé is, is het gevoel van levenloosheid het sterkst.
Een van de aangename kanten van de tropen, vind ik tenminste, is niet eens zozeer dat je veel buiten kunt zijn, maar vooral dat het onderscheid tussen binnen en buiten diffuus is. De fraaiste verbeelding hiervan is natuurlijk de veranda, een deel van het huis dat zowel binnen als buiten is.
In Nederland ben je óf buiten, óf binnen. Niets mag ambigu zijn.
Kees Broere