Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #29
Nog een paar weken, neem ik aan, en we krijgen te horen wat ‘het woord van het jaar’ is. Geen idee wat het gaat worden, maar het zou me niet verbazen als het iets te maken heeft met al het politieke gif dat zich in 2024 steeds ongestoorder is gaan verspreiden. Mijn eigen favoriete jaar-woord is trouwens ‘ganglekkage’. Ik zal er hier verder niets over zeggen, behalve dat ik het prachtig vind en in juni las in een artikel van NRC.
Ik moest aan de woordverkiezing denken, omdat ik door gelukkige omstandigheden dezer dagen aan diverse Nederlandssprekende mensen in het buitenland, Nederlanders zowel als niet-Nederlanders, mag vragen wat hun meest geliefde Nederlandse woord is. Niet van dit jaar, maar van altijd. Daar komen heel mooie antwoorden op. Wat mij opviel: twee mensen kozen, los van elkaar, voor het woord uitwaaien.
Ik denk dat vrijwel iedere Nederlandstalige dit woord wel kent. Voor de Nederlandssprekende mensen in het buitenland geldt ‘uitwaaien’ als een typisch Nederlands woord om twee belangrijke redenen. Het is een woord dat zich niet in één woord laat vangen in de taal van het land waarin zij wonen. En het duidt voor hen op een typisch Nederlandse activiteit, die bij uitstek in Nederland met het meeste plezier kan worden ondernomen.
Hoogspanning
Waarom juist in Nederland, zo vroeg ik mij even af. Het antwoord krijg ik sinds ik terugben natuurlijk vrijwel elke dag. Nederland is het land dat is gekneed uit wind en water. Het laatste vind je terug in bijvoorbeeld talloze plaatsnamen. En voor die wind hoef je je neus maar een klein stukje buiten de deur te steken. Hoe bijzonder dan, vind ik, dat mensen die willen ‘uitwaaien’ dat vaak doen op het strand, de plek waar in Nederland wind en water samenkomen.
Maar er is meer, zo leerde ik van de Nederlandstaligen in het buitenland. ‘Uitwaaien’, of je dat nu alleen of met vrienden doet, is ook een bijzondere vorm van de boel de boel laten en juist zo weer nieuwe energie opdoen. Uitwaaien is ontspanning. En laat het nou juist aan deze, blijkbaar ooit zo laaglandse eigenschap in Nederland steeds meer ontbreken. Tegenwoordig lijkt bijna alles vooral onder hoogspanning te staan.
Loslaten
Hoe goed zou het zijn om, als ging het om een maatschappelijke therapie, met Nederland collectief te gaan uitwaaien. En dan niet door stoom af te blazen op een manier waarbij iedereen ziet hoe woedend, verongelijkt of verdrietig je bent, maar juist door dingen op hun beloop te kunnen laten. Door niet verkrampt vast te houden aan zaken als het eigen gelijk, maar juist door dingen meer en meer los te kunnen laten, te laten verwaaien in de wind.
Waarmee we uitkomen bij de poëzie. Ik denk aan ‘Zwerversliefde’, een gedicht van Adriaan Roland Holst. Het is al meer dan een eeuw oud, maar heeft voor mij aan kracht niets ingeboet. Aan ‘zachte kracht’ welteverstaan, iets waaraan nog slechts een enkele politicus zo nu en dan nog durft te refereren. ‘Laten we zacht zijn voor elkander, kind,’ dichtte Roland Holst, want ‘wij zijn maar als de blaren in de wind’.
Soft gereutel? Ik dacht het niet. Denk aan de woorden van die ‘andere’ Roland Holst, Henriette. Zij schreef: ‘De zachte krachten zullen zeker winnen.’
Kees Broere