Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #27
Toen zat ik op m’n brommertje, nu in de trein. Toen ging ik van mijn zolderkamer bij Elst naar een van de collegezalen van de katholieke universiteit Nijmegen, nu spoorde ik naar die stad om daar bij een collega in de auto te stappen voor de eindbestemming van deze werkdag, het mij onbekende Beuningen. Toen was het 1976, nu was het tot mijn verbazing al bijna een halve eeuw later.
Zoals een dierbare vriend van mij het zo keurig zegt: Tempus fucking fugit, de tijd vliegt. En zoals ikzelf toevoeg: wat kan in korte tijd toch veel veranderen. Tientallen jaren, zo staat mij bij, was ik niet meer naar Nijmegen gereisd. Nu stapte ik uit bij het station en had ik een paar minuten nodig voordat ik mijn richting een beetje had gevonden en kon wijzen waar het beroemde Keizer Karelplein ligt.
Het besef van verandering
Wie meent dat in een halve eeuw het aanzien van een land niet al te drastisch kan veranderen, had vanaf Arnhem met mij naar buiten moeten kijken. Het dorp Elst had in mijn herinnering helemaal geen station, maar in elk geval niet die rijen woonhuizen en andere gebouwen die ik er nu zag. Heel even waande ik mij in een nieuwe en onbekende, zij het nog altijd weinig aantrekkelijke wereld.
Vlak voor de brug over de Waal ligt het plaatsje Lent. Dat blijkt nu een station ‘Nijmegen-Lent’ te hebben, een tamelijk kolossaal hotel en een moderne voorstad, pal naast de oorspronkelijke dorpskern met zijn kerk en oude huizen. Mijn trein ging traag, maar voor mijn visuele geheugen waren weinig punten waaraan ik mij wist te hechten. Wel daalde het besef van verandering diep bij mij in.
Het Nederland waarin ik ben teruggekomen, is echt flink anders dan het Nederland dat ik in 1993 verliet. Neem van me aan dat het voor mij een tegelijk schokkende én verfrissende ervaring was. Schokkend, omdat je jezelf nu eenmaal graag voorhoudt dat je iets wel zo’n beetje kent. Verfrissend, omdat het je de kans biedt je eigen waarnemingen en gedrag opnieuw te bevragen.
Alles stroomt
Natuurlijk, alles verandert voortdurend, maar van binnenuit gezien hebben we dat nauwelijks in de gaten. Het zijn de mensen van buiten, of zij nu nieuwkomers of terugkomers zijn, die ons met nieuwe ogen naar onze wereld en onszelf laten kijken. Precies dat gebeurde bij mijzelf altijd toen ik in het buitenland woonde en vrienden op bezoek kreeg; in New Delhi, in Nairobi, of waar dan ook.
Ook rond Nijmegen is een dergelijke ervaring mogelijk, zo leerde ik in Beuningen. Onze voortreffelijke gastvrouw vertelde over familieleden die vanuit de Randstad op bezoek waren gegaan bij andere familie in Malden, een plaatsje bij Nijmegen. Hun ervaring van het schaars bebouwde platteland in het oosten van Nederland vatten zij samen in het schitterend zinnetje: ‘Ze hebben hier sterren!’
Ik begreep meteen wat zij bedoelde. Een van mijn eerste ervaringen met het duizelingwekkende universum was in China, tijdens een nachtelijke bus-stop, ergens op het uitgestrekte platteland. In Malden kon je dit dus blijkbaar ook meemaken. Net als in Elst. En misschien zelfs in Lent.
Ga er niet van uit dat het nog zo is. Panta fucking rhei, zou mijn vriend zeggen, alles stroomt. Zeker bij de Waal.
Kees Broere