Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #26
Ze was teruggekomen uit Engeland, omdat zij wilde helpen bij de wederopbouw van haar geboorteland. Aan enthousiaste, slimme en energieke mensen zoals zij had Sierra Leone na de burgeroorlog veel behoefte. De juiste vrouw op de juiste plaats dus. Ze startte haar eigen bedrijf, opende een eerste winkel – en toen brak ebola uit. Alles ging plat. En bijna zeker zo erg: ze mocht, behalve met haar man, met niemand meer knuffelen.
Dat was in 2014. Een paar jaar later kwamen we elkaar weer tegen in Freetown, de hoofdstad van haar West-Afrikaanse land. De ebola-epidemie was bedwongen, Sierra Leone krabbelde weer op, en zij en ik waren erg blij elkaar niet alleen weer te zien, maar nu eindelijk ook te kunnen omhelzen. Ook omdat, zo vonden we alletwee, er toch weinig gezonder is voor lijf en geest dan een warme knuffel.
Een hoger plan
Met dat laatste zouden pakweg een halve eeuw geleden veel Nederlanders het niet eens zijn geweest. Van een knuffelcultuur was in mijn jeugd nauwelijks sprake. ‘Maar we gaven wel drie zoenen!’, denkt u wellicht. Dat klopt natuurlijk. Maar meer dan eens was van niet meer dan ‘luchtzoenen’ sprake. En typisch genoeg kunnen drie zuinige wangkusjes, links rechts links, getuigen van een behoorlijke distantie.
Maar Nederland is veranderd, de samenstelling van de bevolking is veranderd, en daarmee ook de manieren waarop we elkaar begroeten en afscheid van elkaar nemen. Nog steeds zijn de nodige, vooral witte Nederlanders geen groot liefhebber van een warme fysieke ontmoeting. Maar tegenwoordig kijkt vrijwel niemand meer vreemd op van een openbare knuffel. Gelukkig maar, vind ik. Een brasa is als een levenselixer.
Een omhelzing is niet enkel een fysieke ontmoeting, maar ook letterlijk en figuurlijk een van de meest inclusieve gebaren die mensen naar elkaar kunnen maken. Ik kom in jouw armen, jij sluit mij in jouw hart, en samen tillen we de werkelijkheid op een speelse manier even naar een hoger plan. Daaraan hoeven verder geen ingewikkelde woorden vuilgemaakt te worden. De knuffel stijgt boven alles uit en staat buiten de normale tijdsbeleving.
Knuffellimiet
Maar niet in Nieuw-Zeeland. Althans niet bij de luchthaven van de plaats Dunedin op het zuidelijke eiland. De autoriteiten daar hebben bedacht een tijdsbegrenzing te moeten invoeren voor de afscheidsomhelzing. ‘Maximale knuffeltijd drie minuten’, schijnt daar op borden voor de ingang van de vertrekterminal te staan. Wie aan dat time slot niet genoeg denkt te hebben, kan zich maar beter naar de parkeerplaats begeven.
Het is uiteraard een eigentijdse variant op Kiss & Ride. Het schijnt dat in Nieuw-Zeeland mensen met begrip hebben gereageerd op deze moderne maatregel. Wie te lang doet over het afscheid nemen, wie meer dan drie minuten uittrekt voor het knuffelen, die houdt het verkeer maar onnodig op, veroorzaakt ellenlange files en draagt uiteindelijk waarschijnlijk zelfs bij aan een daling van het Nieuw-Zeelandse BNP. Foei.
Anderen zetten op hun beurt de zaak op scherp door de knuffellimiet te betitelen als de ‘schending van een fundamenteel mensenrecht’. Een overdrijving wellicht, maar wel een die mijn sympathie heeft. Het punt is dat we allemaal steeds alles aan het meten zijn en in kille cijfers gieten. Zo leren we het leven tot ver achter de komma kennen, denken we. Maar hoe dat leven voelt, dat zullen we vergeten.
Kees Broere