Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #19
De trein zit vol, maar komt keurig volgens schema aan. Om zes minuten voor half negen, zo zegt de stationsklok, loop ik de trap af naar de Laan van Nieuw Oost-Indië. Beneden aan de trap zie ik een man. Ik schat hem ergens voor in de dertig. Fris gekapt, netjes gekleed. Hij zit tegen de muur. Naast hem staat een volgepakte tas. In zijn schoot houdt hij een kartonnen bordje met de tekst ‘Wil je me sponsoren voor een slaapplek?’
Er is veel wat ik hieraan niet snap. Het is bijna half negen, maar dan wel in de ochtend. Heeft de man een nachtje doorgehaald? Is het een practical joke en heeft hij een weddenschap met een vriend? Of is het echt waar dat dakloosheid en een keurige verschijning best samen kunnen gaan en dat deze man het helemaal niet nodig heeft om met slordige baard, drie halfvergane plastic tassen en een stroef lopend winkelwagentje door Den Haag te sjouwen?
Precies een week later is de trein opnieuw op tijd. En zit dezelfde man op dezelfde plek met hetzelfde bordje op zijn schoot. Is dit een doorgeschoten grap? Maakt deze kerel ons als reizigers onderdeel van een licht absurdistisch toneelstuk? Zie ik iets dat er helemaal niet is? Ik ben stomverbaasd.
Precies een week later zit hij er weer. Of nog steeds.
Strak werkschema
Ik krijg de indruk dat ik alleen sta in mijn verbazing. Dat niemand het vreemd vindt, die voor mij niet vertrouwde combinatie van ‘regelmaat’ (nette man, keurige verschijning) en ‘chaos’ (dakloosheid, een zwervend bestaan). Is het dan echt zo dat in Nederland ook de rafelranden van het bestaan zich niet aan regulering weten te onttrekken?
Die indruk krijg ik een paar honderd meter verderop opnieuw. Ik sta bij de bushalte als een man met een plastic zak in de hand aankomt en de twee vuilnisbakken inspecteert op statiegeldblikjes. De man voldoet uiterlijk weliswaar enigszins aan het clichébeeld van de zwerver. Maar wat mij vooral aan hem opvalt, is dat hij een week eerder op precies dezelfde tijd naar precies dezelfde bakken kwam. Een dakloze met een strak werkschema?
Misschien, zo maakt een lieve en wijze vrouw mij duidelijk, verschijnt de man op hetzelfde moment op dezelfde plek, omdat hij weet dat later die ochtend de vuilnisbakken geleegd zullen worden en hij dan tijdelijk al zijn inkomsten kwijt zal zijn. Goed punt. Maar toch, mijn verbazing wordt er niet minder om.
Verbieden en gedogen
Weet Nederland zelfs de onvoorspelbaarheid te plannen? Of heeft het meer te maken met die andere bijzonder karaktereigenschap van dit land: dingen verbieden, maar ze vervolgens gedogen, ogenschijnlijk tot ieders tevredenheid? Aan dit laatste moet ik denken als ik op een metrostation een andere man bij de vuilnisbakken aan het werk zie. Ik heb gelezen over de begrijpelijke ergernis over omver getrokken of half gesloopte bakken, en dat allemaal om vijftien eurocent statiegeld voor een leeg blikje te kunnen scoren.
Maar deze meneer, die uiterlijk voldoet aan de clichés van ‘mensen in de marge’, heeft een grote loper bij zich, een sleutel die op alle bakken past. Zo kan hij makkelijk bij de plastic vuilniszakken. Hij heeft hiervoor geen toestemming, maar omdat hij niemand echt tot last is, laat iedereen hem begaan.
Bewonderenswaardig.
Kees Broere