Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #18
Ik ben vergeten waar precies ik het las. Of ik wilde het niet meer weten, wilde er niet meer aan herinnerd worden. Maar ik schreef op wat ik had gelezen en kan er nu niet meer omheen. Het had iets te maken met werk in de Tweede Kamer. Het ging om woorden met, linksom of rechtsom, een politieke betekenis. Hier komen ze: ‘Opheffen van het handhavingsmoratorium wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties.’
Ik ben ruim een week verder en heb nog steeds geen idee wat deze acht woorden willen zeggen. Het probleem draait natuurlijk om het enige echt ‘moeilijke’ woord. Want wat is een handhavingsmoratorium? Kun je het eten? Kun je er spontaan last van krijgen, maar gaat het in de meeste gevallen ook zonder medicijngebruik wel weer over? En is het handhavingsmoratorium bevorderlijk voor de wereldvrede?
Een nuttige activiteit
Heel flauw dit, ik weet het. Het moeilijke woord is gewoon te googelen en schijnt al jaren gebruikt te worden. En per 1 januari volgend jaar, mocht het u interesseren, komt er een einde aan dat moratorium. Althans, als het gaat om de Wet DBA.
Maar bent u er nog?
De meesten van ons zijn elke dag bezig woorden te stapelen. We noemen dat ook wel verbaal communiceren. Het is een vaak nuttige activiteit, die mensen beter en veel verfijnder beheersen dan welke diersoort ook. Maar typisch genoeg lukt het ons daarbij niet altijd om ook in de gaten te houden wat de betekenis van die woorden kan zijn, of misschien wel moet zijn, als we er tenminste ook op uit zijn elkaar een beetje te begrijpen.
Het doet me denken aan een verhaal dat fotojournalist & cameraman Sven Torfinn mij ooit vertelde. Hij was met een Britse correspondent van The Guardian op pad in een gebied van Zuid-Soedan waar door de burgeroorlog van destijds opnieuw talloze kinderen, vrouwen en mannen slachtoffer dreigden te worden van een louter door mensen veroorzaakte hongersnood.
‘Nutritionele tekorten’
Sven en de correspondent, een meer dan keurige man met een scherp gevoel voor de vele nuances die aan bijna elk onderwerp kleven, zaten voor de hut van een Zuid-Soedanese meneer die gelukkig ook redelijk Engels sprak. De correspondent wilde natuurlijk weten of deze meneer last had van de penibele voedselsituatie. Hij vroeg hem daarom, en ik parafraseer het hier in het Nederlands: ‘Kijkend naar de snel slinkende voorraden, en in het besef van de effecten van eerdere crises, meent u dan persoonlijk reeds te moeten spreken van nutritionele tekorten die u en uw familie belasten?’
De meneer keek zijn bezoekers glazig aan. Waarop Sven hem eenvoudig vroeg: ‘You hungry?’ Zo kwam alsnog een normaal, voor iedereen begrijpelijk gesprek op gang.
Of het nu gaat om een verwachtingsmoratorium of om hongersnood, vaak denken we veel en moeilijke woorden nodig te hebben om zo duidelijk mogelijk te kunnen zijn. Maar zoals de Franse denker Blaise Pascal het treffend verwoordde: ‘Ik schrijf je een lange brief, want ik heb geen tijd voor een korte.’ Schrijven is schrappen, jawel. En ‘eenvoudige’ woorden dekken de lading vaak uitstekend. Niet voor elk fenomeen dat we willen beschrijven, is juridische precisie nodig.
We weten het. We houden ons er al te vaak niet aan. Jammer. Leven is immers van zichzelf vaak al lastig genoeg.