Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #16
Ja, er is bladval. Er zijn ook kapotte bovenleidingen. Lijndiensten die uitvallen. Buschauffeurs of trambestuurders die wegrijden, terwijl jij denkt nog net mee te kunnen. Overvolle treinen met wiebelende mensen in riekende gangpaden. Ongemakken, ergernissen. En toch, het Nederlandse openbaar vervoer is geweldig. En al helemaal, vind ik, die ene lijn van de metro in de hoofdstad. De lijn van Noord naar Zuid.
Toen ik in Kenia woonde, las ik weleens over een zoveelste vertraging in de aanleg van de jongste aanwinst voor de ondergrondse van Amsterdam. En natuurlijk ook over een zoveelste overschrijding van het toch al gigantische budget. Maar nu de lijn er eenmaal is, en ikzelf mij sinds kort bewoner van Amsterdam-Noord mag noemen, kan ik volop genieten van deze parel in het openbaar vervoer van Nederland.
De Grote Gelijkmaker
In de Noord-Zuidlijn komt voor mij alles samen wat het leven fascinerend maakt. Het is de misschien wel enige plek waar ik mijn smartphone in mijn broekzak houd en de hele tijd vrolijk om mij heen kan kijken. Daar zitten we dan, naast en tegenover elkaar op die lange rij banken aan weerszijden van het metrostel. En wat zijn we mooi. Nou, vooruit: wat zijn jullie mooi.
De Noord-Zuidlijn is de Grote Gelijkmaker. Hier geen eerste klasse, of banken die een coupé in ‘vakjes van twee zitplaatsen’ verdelen. Hier zitten we zoals bijvoorbeeld militairen zitten die in een C-130 Herculesvliegtuig richting het slagveld worden getransporteerd. Meestal zwijgend, zoals dat nu eenmaal schijnt te horen in het Nederlandse openbaar vervoer. Maar tegelijkertijd ook allemaal vervuld van dromen en verwachtingen, van vrees en hoop.
En al hebben we dan bijna allemaal eenzelfde soort zitplaats, tegelijk laat de Noord-Zuidlijn in de schitterendste gedaanten zien hoe divers en uniek we zijn. De melting pot die bijvoorbeeld New York is, een plek die een piek vormt in het moderne stadsleven, die smeltkroes van wereldburgers (zowel bewoners als bezoekers) begint wat mij betreft ergens onder de grond tussen het Noorderpark en het Europaplein.
Een nieuwe Nachtwacht
Maar hoe inspirerend urban of zelfs global ook, de Noord-Zuidlijn is toch puur Amsterdams en daarmee dus een beetje als een dorp, in de beste zin van het woord. Een dorp waarin mensen zowel op elkaar letten als elkaar ruimte geven, en waar al eeuwenlang lieden vanuit allerlei bestemmingen naar toe trekken om hun bijzondere creatieve talenten verder te ontwikkelen. Zoals dat in de zeventiende eeuw bijvoorbeeld gold voor een Rembrandt, de man die in Leiden werd geboren.
Aan Rembrandt moest ik denken toen ik van de week in de Noord-Zuidlijn zat. Stel dat deze man, die wat mij betreft nog altijd geldt als een van de modernste schilders ooit, in onze tijd zou leven. Stel dat de gemeente Amsterdam hem de opdracht zou geven om een schilderij te maken dat in kracht vergelijkbaar moet zijn met de eindeloos boeiende levendigheid van zijn eerdere Nachtwacht. Waar zou Rembrandt dan heen gaan om zijn voorstudies te doen?
Precies.
Rembrandt leeft niet meer en ik kan niet schilderen. Gelukkig kan ik wel regelmatig een rit maken op de metrolijn die onder het centrum van Amsterdam loopt. Samen met de allergewoonste, allerexcentriekste, allernarrigste en alleraardigste mensen van over de hele wereld. Hoe ik dat ervaar? Ik ben een gezegend man.