Kennisbank

Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer #15


Ook ik ben nu lid van de pakket-economie. Het eerste wat ik online kocht, was een boek dat gewoon in de brievenbus paste, dus dat telt niet mee. Maar inmiddels heb ik de nodige kartonnen dozen in handen gekregen, of bij thuiskomst voor de deur aangetroffen. Ik bestel, dus ik ben. Maar ik begin ook te begrijpen dat het om zo veel meer gaat dan de ontvangst van iets dat ik van een bedrijf wil hebben. Het bedrijf zelf wil van mij alles hebben.

Dat laatste drong pas tot mij door, typisch genoeg, toen ik een aantal weken geleden in een ‘echte’ winkel stond. In ‘de normaalste zaak van de wereld’ zelfs, de Hema dus. De vriendelijke mevrouw bij de kassa bij wie ik iets wilde afrekenen, vroeg of ik een Hema-pas wilde. Die wilde ik niet. Maar nog voordat ik daarover meer kon zeggen, had zij mij er toch eentje gegeven. ‘Want dan heeft u nu al een leuke korting.’

Eenmaal weer thuis moest ik nog een en ander doen om de pas te activeren. Online uiteraard. En daarmee gaf ik een zoveelste bedrijf/organisatie/instantie/winkelketen/dienstverlener weer toestemming om mij te volgen en data over mij in handen te krijgen. Gezien mijn leeftijd en levensstijl acht ik mijzelf voor marketeers nauwelijks of niet interessant. Maar dat maakt de data-verzamelaars weinig uit.

Tracken en getrackt worden

Alles moet steeds te volgen zijn, zo luidt de kern van het data-leven. Voor een journalist is dat een begrijpelijk streven. Maar zo nu en dan mag wat mij betreft de vraag worden gesteld naar het mogelijke nut van het voortdurend op de hoogte kunnen zijn van alle zaken. Dus niet alleen van het verloop van, bijvoorbeeld, een aanslag op een presidentskandidaat, maar zeker ook de gang naar de brievenbus of voordeur van een simpel pakketje.

Ik bestelde twee stoelen. Ik kreeg prompt een mail waarin stond dat ik twee stoelen had besteld. Toen een mail die mij vertelde dat mijn twee stoelen naar mij onderweg waren. Daarna een mail waaruit ik kon opmaken dat mijn twee stoelen ‘tussen 18.53 en 19.53 uur’ (heus!) bij mij bezorgd zouden worden. Als dat gebeurd zou zijn (quod non, overigens), zou ik minstens nog één mail ontvangen met de vraag of ik blij was met mijn twee stoelen. Waarna ongevraagd nieuwe mails volgen. Ik track de bestelling; de bestelling trackt mij.

Steeds iets nieuws

Het pakkettenproces laat zich vergelijken met wat in de journalistiek tegenwoordig een liveblog is. Waar we vroeger genoegen moesten nemen met het Journaal van acht uur ’s avonds op televisie, of de krant die om zeven uur ’s ochtends op de mat viel, kunnen we ons als nieuwsconsumenten via de liveblogs desgewenst van minuut tot minuut op de hoogte houden. Voor de journalisten betekent dat wel dat zij voortdurend naar nieuws op zoek moeten zijn. Steeds een nieuw pakket.

Bij het Nederlands persbureau ANP maakte ik ooit mee dat de nachtcollega tegen de ochtend aan alle mediaklanten het bericht stuurde dat zij geen nieuws had gemeld; niet vanwege een storing, ‘maar omdat er geen nieuws was’. Toen ik voor de radio werkte, was een clichématige maar juiste manier om een nieuwsgesprek af te sluiten: ‘We wachten het af.’

Rustig afwachten. Kom daar nog eens om.

Kees Broere

Met meer dan 40 jaar ervaring als journalist en schrijver heeft Kees duizenden artikelen geproduceerd voor landelijke media, honderden reportages voor televisie en radio gemaakt, en zes boeken geschreven. Kees Broere staat bekend om zijn open blik en combineert scherp inzicht met een verfrissende bescheidenheid.