Essay | Optimisme zonder hoop: Tommy Wieringa’s woorden bij de daad
Altijd hetzelfde, altijd anders. Deze oneerbiedige omschrijving, bedoeld als compliment, is ook van toepassing op het oeuvre van een van de grootste huidige schrijvers in de lage landen, Tommy Wieringa. Drie van zijn laatste publicaties (Nirwana, Konvooi en Optimisme zonder hoop) mogen dan uiteenlopend zijn in vorm (roman, reisverslag, essay), thematisch zijn ze alledrie sterk met elkaar verbonden. Over de laatste uitgave hier iets meer.
Het essay Optimisme zonder hoop, uitgegeven in het kader van de zogeheten Maand van de filosofie, is opgedragen aan de dochters van de schrijver Wieringa en diens partner, de mensenrechtenadvocaat Channa Samkalden. Dat is bijzonder, omdat deze meiden voor vader Wieringa de toekomst belichamen, terwijl hijzelf in het essay duidelijk maakt dat die toekomst een figuurlijk en letterlijk ‘onbewoonbaar land’ zal blijken te zijn.
‘Een optimisme van het temperament’
Waarom dat? Er is natuurlijk sprake van een verwoestende oorlog in Europa, een oorlog die Wieringa het onderwerp maakt van Konvooi. Maar verwoestender nog zijn de gevolgen van de klimaatcrisis, waarmee mensen overal ter wereld op steeds ingrijpendere en angstaanjagende manieren te maken krijgen.
Daar kun je van alles van vinden, je kunt er mogelijk ook iets aan doen, zo kun je de kern van het gedachtengoed van Optimisme zonder hoop omschrijven. In Konvooi laat Wieringa zien hoe hij en andere schrijvers en vrijwilligers regelmatig naar Oekraïne reizen om daar terreinwagens en hulpgoederen (geen wapens) te brengen. En waar in de topzware roman Nirwana de klimaatcrisis een verstikkende rol speelt, spoort zij in het essay Wieringa aan tot de filosofie van optimisme zonder hoop.
Hij omschrijft het als volgt: ‘Niet het wijsgerige optimisme dat de wereld beschouwt als de beste van alle mogelijke werelden, maar een optimisme van het temperament, dat zich ziende blind houdt en me in staat stelt te handelen zonder de verwachting dat het beter wordt. Of slechter. Of welke verwachting dan ook.’
Dit alles reikt aan de oude wijsheid ‘Doe wel en zie niet om’, een gedachte die op veel andere momenten in de geschiedenis van de wijsbegeerte is uitgewerkt. Tommy Wieringa’s boeiende variant hierop brengt hij op 5 pagina’s van het einde van zijn essay. Jammer. Het verdient uitwerking, – desnoods in een episch gedicht of een toneelstuk. Deze schrijver heeft immers alles in zijn mars.
Kees Broere
Uitgeverij Pluim, Amsterdam, 2025