Recensie | De houdgreep
De haat-liefde verhouding tussen de media en populistisch rechts
Nieuwspoort, de Haagse ontmoetingsplek voor journalisten en politici stelt jaarlijks twee rapporteurs aan die schrijven over hun bevindingen over media en politiek aan het Binnenhof. Anet Bleich en Natascha van Weezel zijn de Nieuwspoort-rapporteurs van 2021. Dit zijn weliswaar twee ‘outsiders’, maar ze hebben via hun overleden man en vader politiek verslaggever Max van Weezel genoeg affiniteit met de landelijke politiek. ‘De houdgreep’ gaat over de relatie tussen populistisch rechts en de media, met name toegespitst op de partijen Forum voor Democratie (FVD) en de Partij voor de Vrijheid (PVV). Voor dit boek hebben de auteurs met tal van politiek journalisten gesproken. Het overzicht van geïnterviewde personen achter in het boek strekt van Frits Wester en Lamyae Aharouay tot Arnold Karskens. Beide auteurs hebben getracht in gesprek te komen met hoofdrolspelers Thierry Baudet en Geert Wilders, maar dit is ze helaas niet gelukt. Bleich en Van Weezel beginnen met een beschrijving van hun eerste stapjes in de Tweede Kamer en hun (wellicht ietwat naïeve) pogingen om tot een inhoudelijk interview te komen met Baudet en Wilders.
Het boek vervolgt met een korte samenvatting van de opkomst van het rechtse populisme, via Janmaat en Fortuyn naar Baudet en Van Haga, waarna er dieper wordt ingegaan op de relatie die populistisch rechts met de media heeft. Bleich en Van Weezel constateren dat er sprake is van een dilemma bij de gevestigde media, omdat zendtijd geven aan Baudet en Wilders aan de ene kant hoge kijkcijfers oplevert, en een gebrek aan zendtijd de kritiek oplevert dat ‘mensen met een rechts-populistische mening buitenspel worden gezet’. Anderzijds zetten politici van FVD en PVV de ‘mainstream media’ weg als fake nieuws en intimideren hun aanhangers de NOS bij onder andere anti-corona demonstraties.
Een van de gevolgen van het wantrouwen van rechts-populisten in de traditionele media, is de trend dat, met behulp van het internet, partijen hun eigen mediakanalen beginnen. Forum voor Democratie had bijvoorbeeld ‘Het FVD-journaal’, en meer recent ‘Het Forum’ op YouTube. Dit zijn programma’s die journalistiek aandoen maar daar in werkelijkheid niets mee te maken hebben, en waar Baudet zijn mening uit de doeken kan doen zonder enige kritische noot. Verder is afgelopen jaar een nieuwe omroep toegetreden tot het publieke bestel, namelijk Ongehoord Nederland. Dit is een partij met een rechtse signatuur, ook al beweert oprichter Arnold Karskens dat mensen zich over de hele politieke linie ongehoord voelen en dat deze mensen allemaal welkom zijn bij zijn omroep. Wilders en Baudet maakten zelfs reclame voor deze nieuwe omroep. Karskens gelooft in een nieuwe verzuiling, en biedt rechtse politici een podium waar ze zonder echte kritiek hun verhaal kunnen doen.
Door het hele boek heen voelt de lezer het ongemak dat de kranten en talkshows voelen als het gaat om het geven van aandacht aan deze politici. Baudet en Wilders weten erg goed met oneliners en korte quotes hun publiek, en daarmee hun doel te bereiken, maar weigeren inhoudelijk te reageren op kritiek. Zo lopen ze bijvoorbeeld weg bij interviews of talkshows waar ze wel kritiek ontvangen. Op deze manier lukt het journalisten eigenlijk niet om onafhankelijke, kritische journalistiek te leveren.
Bleich en Van Weezel concluderen dat populistisch rechts de media in een houdgreep heeft, maar dat deze houdgreep niet per definitie onontkoombaar is. Ze dragen geen concrete oplossingen aan, maar ze geven wel voldoende aanknopingspunten voor introspectie bij de journalistiek.
‘De houdgreep’ is prettig om te lezen, en dit is zeker te verklaren doordat de auteurs allebei niet uit de ‘Haagse stolp’ komen en dus met enige afstand kunnen schrijven over dit onderwerp.