Recensie | De hel en andere bestemmingen
Het is al bijna twintig jaar geleden dat Madeleine Albright (82) aftrad als minister van Buitenlandse Zaken onder Bill Clinton. Nog altijd wordt ze bijna dagelijks gebeld door journalisten uit binnen- en buitenland om haar mening te geven over de actualiteit, zoals nu over de wijze waarop president Trump de pandemie bestrijdt of met de protesten tegen racisme omgaat.Haar maatschappelijke betrokkenheid en gedrevenheid is en blijft groot. En juist dat komt in haar laatste boek, De hel en andere bestemmingen, zo duidelijk naar voren. Want stilzitten is er voor Madeleine Albright niet bij. Een dame met visie en pit.
Professioneel bleef Albright na haar ministerschap dezelfde doelen nastreven als toen ze in de regering zat: het bevorderen van democratie in de wereld en het mondig maken van vrouwen. Verschillende partijen bedelden om haar adviezen, van denktanks en de Georgetown Universiteit tot het Congres, ze werd zelfs door haar goede vriend Václav Havel gevraagd president te worden van Tsjechië. Op alles, behalve dat laatste, zei ze ja, en ze begon samen met drie anderen een internationaal adviesbureau: The Albright Group (TAG). En hoe ze met deze vragen, opdrachten en verzoeken omgaat, is de rode draad is haar nieuwste boek.
Haar visie op de internationale arena, de nationale Amerikaanse politiek en haar eigen ontdekkingstocht als ondernemer komen aan de orde. Met humor maar ook met politieke mildheid kijkt ze terug en neemt ze de lezer mee in haar ontdekkingsreis in een nieuw leven. Albright deelt persoonlijke herinneringen en getuigt van zelfspot als ze vertelt hoe ze ooit in het ziekenhuis belandde en ontsteld constateerde dat ze niet werd herkend door de verpleegkundige. ‘De minister van Buitenlandse Zaken? Dat is toch Colin Powell?’
Afbeelding: Chatham House