Participatie als goedmoedige reus
Pieterjan van Delden schreef het boek ‘Marginalisatie, meedoen in een complexe samenleving’, vanuit zijn ervaring als programmaleider en adviseur in het sociaal domein. Hij is verbonden aan Andersson Elffers Felix (AEF) in Utrecht en promoveerde in 2009 op het onderwerp Samenwerking in de publieke dienstverlening. Hij is onderzoeker en docent in diverse postacademische opleidingen.
Onze kwaliteit van leven wordt sterk bepaald door onze sociale relaties. Wanneer die voor langere tijd verminderen of verschralen, verzwakt ook de greep op het eigen leven. In een complexe samenleving overkomt dit niet alleen individuen, maar ook groepen, zoals mensen met weinig opleiding en inkomen, mensen met een psychische kwetsbaarheid, ouderen en migranten. Dan is er sprake van sociale marginalisatie, een isolement dat zichzelf versterkt. Relatieverlies roept vaak terugtrekgedrag op, een reactie die zich in groter verband manifesteert in groepssentimenten zoals zelfbeklag, boosheid op de grotere samenleving of zelfisolatie. Als die sentimenten hardnekkig worden ontstaat een blijvende toestand van sociale verweesdheid.
Tegenover sociale marginalisatie staat participatie, het meedoen in de samenleving en daarbij het herstellen of versterken van sociale relaties. Participatie krijgt vorm in omgevingsinitiatieven, milde werkverbanden en warme plekken. Ook dat gebeurt in een zichzelf versterkende dynamiek van kleine persoonlijke initiatieven, groepsbinding en gemeenschapsvorming. Zo kan een participatie-arena ontstaan, een omgeving die uitnodigt om mee te doen en die een brug vormt naar de grotere samenleving. In de praktijk zijn er vele voorbeelden van buurtinitiatieven, sociaal ondernemerschap en coöperaties van burgers, die de bouwstenen kunnen zijn van een participatie-arena. Die komt tot ontplooing wanneer de initiatieven op elkaar inhaken en er zo een diversiteit van activiteiten groeit. Ook sociaal kwetsbare mensen kunnen hieraan meedoen, als de actieve groepen zich voor hen openstellen, wanneer ze worden bijgestaan door vertrouwde anderen en als professionals dit begrijpen en steunen.
Het boek ‘Marginalisatie’ gaat over de spanning tussen marginalisatie en participatie als rivaliserende processen. Marginalisatie kan een monsterlijke vorm aannemen en participatie kan verschijnen als een goedmoedige reus. Die reus kan het winnen, als burgers, professionals en organisaties daaraan bijdragen. Burgers nemen initiatieven, professionals sluiten daarop aan en organisaties maken zichzelf publiek dienstbaar. Maar die samenwerking ontwikkelt alleen voldoende kracht wanneer het vorm krijgt in een diversiteit van initiatieven die toegankelijk zijn voor nieuwe deelnemers en rekening houden met hun persoonlijke behoeften én individuele beperkingen. Om dit echt van de grond te krijgen zijn nieuwe, permanente samenwerkingsplatforms nodig, waar alle partners gelijkwaardig aan deelnemen. Het creëren van deze platforms is de opgave voor professionele organisaties en de overheid in het komende decennium.