“Never let a good crisis go to waste.”
Het waren de woorden van Winston Churchill die bij de introductie van Dick Schoof door mijn hoofd schoten. Dilan Yesilgöz noemde de nieuwe beoogde premier een ‘heel sterke persoonlijkheid’ en ‘een verbinder, die van aanpakken weet tijdens crises’. Ook in andere media werd Schoofs ervaring in het crisismanagement als een groot pluspunt gezien. Het roept echter de vraag op: welke crises verwachten we?
Het Hoofdlijnenakkoord noemt nadrukkelijk de asielcrisis, die volgens de coalitiepartijen om een ferme aanpak vraagt. Maar het perspectief van de rechtsstaat, dat Schoof als oud-SG waarschijnlijk ook als uitgangspunt wil hanteren, kan de aanpak van deze crisis op verschillende manieren doorkruisen.
We hebben volgens het Hoofdlijnenakkoord ook te maken met geopolitieke crises waarin de nieuwe premier een rol moet gaan spelen. Maar Schoof krijgt hierin te maken met een breder landenteam, waarin de EU een belangrijke partner is. Daarnaast krijgt het kabinet in wording te maken met veel drempels als het gaat om ‘de’ stikstofcrisis, ‘de’ wooncrisis en ‘de’ rechtsstaatcrisis. Het zijn inhoudelijk oprechte zorgen die in het regeerprogram om een antwoord vragen. Maar wat is de waarde van het woord ‘crisis’ als we dit voor elk politiek onderwerp gebruiken?
Het hoofd koel houden
Bij crisismanagement in de zin van ‘het hoofd koel houden’, kan ik mij veel voorstellen. Met dit extraparlementaire kabinet, een experiment, zal het immers zoeken zijn. Hoe bijvoorbeeld gaan vakministers om met de politieke kleur van het kabinet, ondanks dat deze bewindspersonen hier niet vanuit ideologie of belang aan verbonden zijn? Hoe verhoud je je tegenover een sterke (duale) Tweede Kamer, die wellicht tegenwicht wil bieden en ook eigen beleidsvoornemens kenbaar wil maken? En hoe ga je om met een Eerste Kamer waarin de coalitiepartijen geen meerderheid hebben? Elke keer zal een weg moeten worden bewandeld die tot die een meerderheid leidt.
De kracht van verbinden is noodzakelijk omdat drie van de vier coalitiepartijen geen bestuurlijke ervaring hebben en twee coalitiepartijen relatief nieuw zijn. Dan is het sowieso van groot belang het hoofd koel te houden. Dick Schoof staat dus voor een grote opgave: komend vanuit de ambtenarij, de vierde macht, en nu politieke verantwoordelijkheid nemend, in een sterk verdeelde samenleving, met een nieuw en experimenteel kabinet. Daarvoor is veel meer nodig, zo weten ook de vierpartijleiders, dan louter crisismanagement.