Het fictieve leven van de populist
‘Roman’. Dit is de duiding die fictie-auteur Hans Münstermann aan zijn laatstverschenen boek, De populist, geeft. In het boek neemt Münstermann je – via de observaties van een journaliste – als een fly on the wall mee in een fictieve politieke campagne van een fictieve politieke partij met een fictieve charismatische leider. Vanuit literair oogpunt is dit vragen om ellende: vanaf de eerste pagina – en eigenlijk al vanaf de kaft – maakt Münstermann het je namelijk vrijwel onmogelijk om de hoofdpersonen van het boek als fictieve figuren te zien. Hoofdrolspeler James Moreau is nauwelijks anders te lezen dan Thierry Baudet (en/of Pim Fortuyn?) en zijn politieke kompaan Harrie Honthorst niet anders dan Theo Hiddema (en/of Jan Nagel?). Het opvoeren van bestaande politici helpt de lezer nog minder om het verhaal als een roman te kunnen lezen.
Maar opgeteld met een aantal duistere plotlijnen (die naar het eind van de roman toe geen ontknoping krijgen) lijkt dit ook helemaal niet Münstermanns bedoeling te zijn. Het boek lijkt eerder een weerslag van Münstermanns poging de aantrekkingskracht van ‘de’ populist verhalend te beschrijven. Niet om te bewonderen of te waarschuwen, maar om te duiden. Afgezien van de vraag of Münstermann hier goed in is geslaagd, wordt in ieder geval duidelijk dat Münstermann zich bij het schrijven van De populist zich zowel de taal van de protagonist als de taal van alle figurerende politici goed eigen heeft gemaakt. Dit maakt het boek over de lijsttrekker van de politieke partij ‘Geweldig Oud’ (‘GO!’) soms hilarisch, vaak zeer herkenbaar en uiteindelijk ook akelig beklemmend. In zijn zoektocht naar het wezen van de populist is hierdoor in ieder geval een literair campagnestrateeg opgestaan. Hij heet Hans Münsterman.
Door Peter van Oort