Gert-Jan Segers: ‘De verloren zoon’
Nederland is welvarender dan ooit en de Nederlandse kinderen horen bij de gelukkigste van de wereld, maar toch woekert het maatschappelijk onbehagen voort. Hoe is die onvrede de verklaren, en wat is eraan te doen? Gert-Jan Segers is een politicus die het aandurft vragen te stellen en daar reflectie op te geven. Zo ook in zijn laatste boek.
Segers kiest ervoor om de Bijbelse parabel van de verloren zoon te gebruiken : het verhaal van de jongste zoon die zijn erfdeel vraagt, de wereld intrekt, zijn vermogen verbrast, en gedesillusioneerd terugkeert naar huis, waar zijn vader hem met open armen en een feestmaal ontvangt – tot wrok van de oudste zoon, die al die jaren gehoorzaam thuis is gebleven.
Segers geeft een aantal oorzaken van de maatschappelijke ontheemding die veel mensen voelen: de individualisering, de prestatiedrang, de flexcontracten en het doorgeschoten marktdenken, de woede over een overheid die niet luistert, de zorgen over de groeiende ongelijkheid, de onzekerheid over de culturele veranderingen, de ‘valse messiassen’ aan de rechter- en linkerkant van het politieke spectrum die de onvrede aanwakkeren, de polarisatie door de identiteitspolitiek. Segers probeert antwoorden te geven, zoals het koesteren en stimuleren van kleine verbanden in de buurtzorg en de thuiszorg, een eerlijker, duurzamer belastingstelsel, het tegengaan van ongelijkheid en de ‘minipolder’.
Typerend is de anekdote die de ChristenUnie-leider aanhaalt in zijn boek: toen de nieuwe directeur van één van de verzorgingstehuizen van Humanitas zijn personeel op het hart had gedrukt voortaan altijd ja te zeggen als de bewoners bijvoorbeeld een huisdier wilden houden, hun oude meubeltjes niet wilden wegdoen of wilden roken op hun kamer, kreeg hij al spoedig geen enkel euthanasieverzoek meer op zijn bureau.
Een mooie opvolging op zijn vorige boek met oog voor de kracht van de mens.