Een nieuw verhaal voor Europa
Dat er in Europa in een paar jaar veel kan veranderen, blijkt wel bij het teruglezen van After Europe van de Bulgaarse politicoloog Ivan Krastev. Hoewel hij het boek schreef in 2016, ziet het hedendaagse Europa er alweer zo anders uit dat 2016 reeds tot de geschiedenis gerekend mag worden. Krastev erkent dit, en om deze reden zag hij zich genoodzaakt om nu een geüpdatete versie van zijn boek te schrijven, met een nieuw nawoord.
Het origineel werd geschreven in 2016 – één jaar na de vluchtelingencrisis, het jaar van het Brexit-referendum én met cruciale verkiezingen in Duitsland, Frankrijk en Nederland in het verschiet. Overeenkomstig de stemming onder veel pro-Europeanen op dat moment zag Krastev de toekomst van Europa duister in. De vluchtelingencrisis had net de verhoudingen in Europa op scherp gezet, of het Brexit referendum dwong de Britse regering tot een besluit dat tot dan toe niet voor mogelijk werd gehouden.
Het is de vluchtelingencrisis waarvan Krastev schrijft dat het misschien wel de belangrijkste opmaat naar het ineenstorten van de Europese Unie is. Want geen enkele andere crisis heeft de EU tegelijkertijd zo geraakt op politiek, economisch en sociaal gebied. Europa liet zich plotseling van haar lelijke kant zien: hoewel Centraal- en Oost-Europa enorm hebben geprofiteerd van hun toetreding tot de EU, waren veel van deze landen nu niet bereid migranten met even open armen te ontvangen. Dit werd symbolisch voor een nieuwe tweespalt tussen oost en west, waarbij Oost-Europese landen zich steeds steviger begonnen te verzetten tegen de zogenaamde ‘Europese waarden’ waar hun West-Europese collega’s hen aan bleven herinneren. Een gemeenschappelijk verhaal om de Europeanen weer te verbinden ontbrak.
De kracht van Krastev is dat hij, Bulgaar zijnde, als geen ander het Oost-Europese perspectief kent. Dit leidt hem tot verhelderende observaties: zo schrijft hij dat het trauma in Oost-Europa voornamelijk uit de angst voor emigratie bestaat en daarmee uit het verloren gaan van de eigen cultuur. En ook al zijn er in realiteit maar weinig vluchtelingen in Oost-Europa neergestreken, zorgt alleen het idee er al voor dat deze angst voor cultuurverlies versterkt wordt. Tegelijkertijd krijgen de achterblijvers het gevoel de losers te zijn, vergelijkbaar met het sentiment dat heerst onder Trump-stemmers in Amerika. Tot slot ziet Krastev het referendum in Hongarije van 2016, samen met de ongeveer gelijktijdige volksraadplegingen in Nederland en Italië, als een voorbode van hoe referenda de EU zullen uithollen en op termijn uit elkaar doen vallen. Krastev wijst erop dat het immers ook referenda waren die zowel het uit elkaar vallen van Tito’s Joegoslavië als de beslissing tot de Brexit hebben veroorzaakt.
Met het oog op deze ontwikkelingen voorspelde Krastev dat de EU vroeg of laat – maar waarschijnlijk vroeg – uit elkaar zou vallen. Dan rijst de vraag: hoe ziet het plaatje er nu uit? Aan de ene kant zijn de crisissen van 2016 niet opgelost. Brexit is inmiddels een feit en de vluchtelingenproblematiek is nu misschien niet meer even acuut, maar kan elk moment weer de kop op steken. Populisme is bovendien gemeengoed geworden in de Europese politiek. Maar aan de andere kant valt er weer een licht optimisme binnen de Europese Unie te bespeuren, iets dat lang ontbrak. Misschien hebben we met de Brexit ons gemeenschappelijke verhaal zelfs weer enigszins teruggevonden. Ja, er is genoeg mis met de huidige inrichting van de Europese Unie, maar er zullen nu nog weinig landen zijn die net zoals de Britten in een jarenlange Brexit-chaos terecht willen komen.
Daarmee lijkt een spoedig uiteenvallen van de EU minder realistisch, maar Krastev waarschuwt: hoewel fysieke desintegratie voor nu misschien afgewend is, ligt ‘morele desintegratie’ nog steeds op de loer. Slechts een Brexit-scenario willen voorkomen is nog geen duurzame visie voor de toekomst van de Europese Unie, aldus Krastev.