De Public Affairs Academie op de UNION-Conferentie
Op donderdag 25 oktober stond de Public Affairs Academie op de UNION-conferentie in het World Forum in Den Haag. Tijdens deze conferentie kwamen wetenschappers, artsen en advocates bij elkaar om longziekten definitief uit te bannen. In kader van het versterken van advocacy hielden wij met de Public Affairs Academie de sessie ‘Strengthening advocacy through cross-cultural cooperation’. Met advocates van over de hele wereld deelden we ervaringen, obstakels en kansen. Met als doel: een nóg betere advocate worden.
Tijdens de bijeenkomst stonden de ervaringen van de gasten centraal. Omdat de sessie open was, kon iedereen langskomen. Dit kwam de bijeenkomst zeker ten goede; want we waren met een zeer divers gezelschap. Van Noorwegen tot Malawi en van NGO-medewerkers tot onderzoekers, het was een gemengde groep. Hierdoor maakten we de titel van de sessie meer dan waar, want cross-cultural was het zeker!
De belangrijkste vraag die we in deze sessie wilden beantwoorden was wat advocates over de hele wereld van elkaar kunnen leren. We begonnen door te peilen hoe de deelnemers dachten over hun werk, en wat hun eigen rol was. Opvallend genoeg vonden de advocates netwerken het belangrijkst; het creëren van bewustzijn kwam pas op plek twee. Erg interessant was dat agenda-setting slechts op plek 4 stond, wat aangeeft dat het werk van advocates niet simpelweg alleen maar gaat om het beïnvloeden van de politieke agenda.
Middels een word cloud gaven de deelnemers vervolgens aan waar zij het meest tegenaan lopen in hun werk. Dit leverde minder verrassende resultaten op, want het verkrijgen van voldoende middelen stond met stip op nummer één. Hier kwam ook terug dat het creëren van bewustzijn door advocates als erg belangrijk wordt ervaren.
Vervolgens doken we aan de hand van een aantal stellingen de diepte in. We hebben het allereerst gehad over grassroots advocacy. De deelnemers vonden de grassroots het allerbelangrijkste, of het nou om patiënten gaat of om artsen. Ze gaven aan dat ze in hun werk het liefst zo dicht mogelijk op hun gemeenschap zitten, omdat dit de effectiviteit ten goede komt. Daarna kwamen we met een wat prikkelendere stelling, namelijk dat netwerken belangrijker zijn dan feiten en argumenten. Hiermee ontstond een levendige discussie die soms onverwachte kanten opging. Dit gebeurde ook toen we de deelnemers vroegen of social media hun werk helpt, of juist niet. Velen vonden dat ze door sociale media gehinderd worden, en dat bijvoorbeeld het versturen van tweets via Twitter beheerd zou moeten worden. Anderen zagen juist een enorme aantrekkingskracht en prezen het grote bereik dat social media hebben, waarmee ze mede door de inzet van bijvoorbeeld popidolen, filmsterren of topvoetballers een online community rond hun issue kunnen opbouwen.
Vervolgens hadden we het over accountability, en waarom hoe dat zich verhoudt tot transparantie. Sommigen vonden dat er volledige transparantie geëist zou moeten worden en dat men alleen zo verantwoording kan afleggen, maar anderen waren het hier duidelijk niet mee eens. Zij vonden juist dat bij verantwoordelijkheid ook een deel vertrouwen hoort, en dat volledige transparantie niet altijd goed is. Ten slotte hebben we het gehad over de culturele verschillen en overeenkomsten in advocacy. Hier konden de meesten elkaar wel vinden; hoewel de lokale context altijd van primair belang is, dachten de meesten wel dat zij overal als advocate zouden kunnen werken. Hun werk draait immers voor een groot deel om universele waarden, zoals politieke sensitiviteit en het vormen van netwerken. Het spreken van de taal en het kennen van de cultuur zijn daarbij wel vereisten, vonden velen.
Al met al was het een geslaagde bijeenkomst, met discussies die soms alle kanten op gingen. Dat maakte het erg levendig, en gaf ook ons waardevolle inzichten. Samengevat was de middag dus niet alleen leerzaam voor de deelnemers in het kader van cross-cultural exchanges, maar ook zeer inspirerend voor onszelf!