De commissie-Remkes als voorbode van de toeslagenaffaire
Het eindrapport van de staatscommissie onder leiding van Johan Remkes is verschenen in 2018. In dit dikke rapport signaleert deze commissie meerdere problemen in ons parlementair stelsel die de democratische rechtsstaat zouden kunnen bedreigen. In de jaren erna bleek hoe terecht deze waarschuwing was. In de jaren na het verschijnen van dit rapport is de politiek, het staatsrecht en het hele land opgeschud door de toeslagenaffaire. Als gevolg van hardvochtig anti-fraudebeleid bleek dat duizenden gezinnen onterecht zijn vermalen door een overheid die blind was voor individuele gevallen en een rechtspraak die keer op keer de kant van die overheid koos.
Een van de belangrijkste taken van de Tweede Kamer is het controleren van de regering. Dit lijkt voor zich te spreken, maar in de praktijk blijkt dat het kabinet het de Tweede Kamer lastig maakt deze taak naar behoren uit te voeren. Iets wat tot uiting komt in de informatiepositie van de Kamer. Uit artikel 68 van de Grondwet blijkt dat de regering de plicht heeft de Kamer desgevraagd van inlichtingen te voorzien, tenzij dit in strijd is met staatsbelang. Hier wringt de schoen. De Kamer kan wel om informatie vragen, maar weet vaak niet wat voor informatie er bestaat, zogeheten ‘unknown unknowns’. De Grondwet bevat geen actieve informatieplicht, het wordt namelijk beschouwd als ongeschreven staatsrecht. Als het bestaan van informatie onbekend blijft, kan de Kamer hier ook moeilijk achter komen.
Helaas is het vaak voorgekomen dat de regering informatie achterhoudt, zeker als het ongevraagde informatie betreft die de regering in een slecht daglicht stelt. Het beeld dat Pieter Omtzigt zijn onvrede hierover uitspreekt bij de interruptiemicrofoon is bekend.
Hoewel de toeslagenaffaire jarenlang (ook) voor Kamerleden onder de radar bleef, hebben meerdere Kamerleden hun tanden stuk gebeten op een onwelwillende overheid op dit dossier. Hoewel zij geprobeerd hebben hun controlerende taak naar behoren uit te voeren, kregen ze het niet voor elkaar om tot de bodem van de zaak te komen en om de regering zo ver te krijgen stukken te overleggen die het falen van de overheid bloot zou leggen.
Vorige maand verscheen het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Deze commissie heeft, onder anderen na openbaar verhoor van Mark Rutte (als premier én oud-staatssecretaris van Sociale Zaken), in een vuistdik rapport zich onder meer uitgelaten over de rol van de Tweede Kamer in dit schandaal.
De commissie heeft niet alleen onderzoek gedaan naar hoe dit systeemfalen heeft kunnen gebeuren, maar ook adviezen gegeven over hoe dit te voorkomen in de toekomst. De commissie noemt een sterk parlement als een waarborg tegen een overheid die niet omkijkt naar de burger. Een sterk parlement is een parlement dat de regering goed kan controleren, doordat zij goed geïnformeerd wordt over het handelen van de regering.
Een van de aanbevelingen die de commissie-Remkes in 2018 heeft gedaan is, naar goed voorbeeld van gemeentes en provincies, het versterken van de informatiepositie van de Tweede Kamer door middel van het uitwerken van die inlichtingenplicht.
Zes jaar later pleit ook de enquêtecommissie voor het versterken van die informatiepositie. Ze dringt erop aan dat de regering op eigen initiatief de Kamer moet informeren en pleitten voor goede gesprekken tussen Kamerleden en ambtenaren. Ook de commissie-Remkes pleit voor een actualisering van de ‘Oekaze-Kok’ om ervoor te zorgen dat een Kamerlid zich goed geïnformeerd weet.
Het moge duidelijk zijn dat het recent verschenen rapport van de enquêtecommissie een griezelige gelijkenis vertoont met het rapport van de commissie-Remkes. Veel van de risico’s die laatstgenoemde commissie heeft gesignaleerd blijken in het toeslagenschandaal tot uiting te zijn gekomen. Met de kennis van nu is het confronterend om te realiseren dat op het moment van schrijven van de commissie-Remkes het ongekend onrecht in volle gang was, en dat het de Tweede Kamer en de regering – zelfs met de signalen en aanbevelingen van Remkes vers in het geheugen – niet is gelukt dit snel te beëindigen.
Er is nog maar weinig gebeurd met de aanbevelingen van de commissie-Remkes. Als het de wetgevende macht menens is een toeslagenaffaire 2.0 te voorkomen, is het van groot belang wél de aanbevelingen van de enquêtecommissie ter harte te nemen. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.