Kennisbank

Coalitievorming is rekenen geblazen

“Ik ken een minister die graag met pensioen wil, maar ik heb tegen Henk Kamp gezegd dat hij zijn koffers nog maar niet moet pakken”, zo anticipeerde oud-minister Jorritsma in een interview in Het Financieele Dagblad (januari 2017) op een lange en moeizame kabinetsformatie.Inmiddels zitten we twee weken voor de verkiezingen. Op basis van de Peilingwijzer van 1 maart verkent de PA-academie welke coalities in beeld kunnen komen. De coalitievorming is rekenen geblazen!

De peilingen
De VVD (23-27 zetels) en de PVV (22-26 zetels) gaan aan kop in de Peilingwijzer van 1 maart. De Peilingwijzer geeft een gewogen gemiddelde weer van de belangrijkste opiniepeilingen over de zetelverdeling onder politieke partijen in de Tweede Kamer. Daarbij geeft de Peilingwijzer ook een marge aan voor het gepeilde aantal zetels. Het CDA (17-19 zetels), D66 en GroenLinks (beide 16-18 zetels) strijden om de plaatsen 3 tot en met 5 in de Peilingwijzer. Daarachter volgen de PvdA en de SP (beide 12-14 zetels). De ChristenUnie, SGP, 50PLUS en Partij voor de Dieren staan alle op minder dan tien, maar lijken desalniettemin op voorhand verzekerd van een substantieel aantal Tweede Kamerzetels. Voor VNL, Denk en het Forum voor Democratie gaat het erom spannen of zij net wel of net niet met één of twee zetels in de Tweede Kamer komen.

Omdat de verkiezingsuitslag naar verwachting een Tweede Kamer oplevert met veel middelgrote en kleine partijen, zullen er zeker vier of vijf partijen nodig zijn om een kabinet te formeren (of te gedogen) dat kan rekenen op een meerderheid van minimaal 76 van de 150 zetels. Alvorens preciezer te bekijken welke getalsmatige mogelijkheden er in de Tweede Kamer zijn, is het zaak de verhoudingen in de Eerste Kamer in het oog te houden.

Eerste Kamer als randvoorwaarde
Wetgeving, waaronder de departementale begrotingen en het jaarlijkse Belastingplan, moet behalve door de Tweede Kamer ook worden goedgekeurd door de Eerste Kamer. De Eerste Kamer in de huidige samenstelling zit nog ruim twee jaar. Een aanstaande coalitie moet ofwel kunnen rekenen op een meerderheid in de huidige Eerste Kamer, ofwel een dermate grote minderheid hebben dat het niet al ondoenlijk is om steun voor wetsvoorstellen te verwerven bij enkele andere Eerste Kamerfracties. Het beschikken over een meerderheid of bijna-meerderheid in de Eerste Kamer is dus een randvoorwaarde voor de vorming van een stabiel en slagvaardig kabinet. Is dit niet het geval, dan lijkt het weinig zinvol om aan een coalitie te beginnen, zelfs al heeft deze een meerderheid in de Tweede Kamer.

In de Eerste Kamer zijn minimaal vier partijen nodig voor de meerderheid. VVD, CDA en D66 hebben hier de sterkste posities. Samen hebben zij 35 van de 75 Eerste Kamerzetels. Op de één of andere manier zouden zij dus nog (gedoog)steun van één of meer andere partijen nodig hebben. Aangevuld met de PvdA, GroenLinks of de ChristenUnie hebben VVD, CDA en D66 wel een meerderheid in de senaat. Een linkse combinatie van PvdA, SP en GroenLinks, zonder de VVD, heeft in de Eerste Kamer een meerderheid als CDA én D66 allebei meedoen.

Veel partijen nodig
Uitgaande van de veronderstelling dat de Peilingwijzer een indicatie geeft van de werkelijke verkiezingsuitslag op 15 maart, zijn er diverse combinaties van 5 of 6 partijen denkbaar die bijna zeker een meerderheid halen in de Tweede Kamer én tevens een meerderheid hebben in de Eerste Kamer. Vrijwel altijd bestaan deze combinaties uit de VVD plus één of andere combinatie van CDA, D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie (en eventueel de SP, 50PLUS of SGP).

De voorkeurscoalitie van premier Rutte bestaat uit de VVD samen met CDA en D66. Deze combinatie (samen 56-64 zetels) maakt op basis van de huidige Peilingwijzer bij lange na geen kans op een Tweede Kamermeerderheid. Er is aanvullende steun nodig van minstens één voldoende grote andere partij, waarmee dan meteen een meerderheid gerealiseerd kan worden in de Eerste Kamer. Dit laatste is het geval als ofwel de PvdA ofwel GroenLinks zich aansluit. Het is dan echter nog steeds onzeker (maar niet onmogelijk) of de vierpartij-combinaties VVD+CDA+D66+PvdA en VVD+CDA+D66+GroenLinks een Tweede Kamermeerderheid halen. Een coalitie van VVD+CDA+GroenLinks+PvdA komt een zetel tekort in de Eerste Kamer.

Grote rol VVD
In bijna alle denkbare combinaties doet de VVD mee als grootste partij. In de formatie komt hierdoor grote verantwoordelijkheid te rusten bij de VVD, maar tegelijkertijd is de VVD bijna zeker veroordeeld tot samenwerking met één of meer links(ig)e partijen. De ChristenUnie kan VVD+CDA+D66 wel helpen aan een meerderheid in de Eerste Kamer, maar uitgaande van de huidige peilingen niet in de Tweede Kamer. Als ook de SGP hier nog bij komt, is er een kleine kans op een meerderheid in de Tweede Kamer is. Deze kans is echter niet groot.

Andersom kan de PvdA bijna niet om de VVD heen als het wil blijven regeren. Een coalitie van de PvdA met de SP, GroenLinks, CDA en D66, eventueel aangevuld met de ChristenUnie (of heel misschien 50PLUS of de Partij voor de Dieren) zou dan het linkse alternatief moeten zijn. Erg waarschijnlijk lijkt dit niet.

PVV bij voorbaat in de oppositie
Aangezien de VVD en het CDA al hebben aangegeven niet met de PVV in zee te gaan, is de kans dat deze partij in het kabinet komt vrijwel nihil. Indien VVD en CDA van mening zouden veranderen, zou voor een coalitie met de PVV nog steeds (gedoog)steun nodig zijn van 50PLUS en de SGP om aan een nipte meerderheid van 38 zetels in de Eerste Kamer te komen. Een dergelijke coalitie zou ook in de Tweede Kamer een meerderheid kunnen halen, maar de verkiezingsuitslag kan ook net zo uitvallen dat zelfs dit niet mogelijk is.

Hele kunst
Natuurlijk zijn de peilingen slechts een momentopname en gaat het straks om de mensen die op 15 maart echt gaan stemmen. Als de voortekenen echter niet bedriegen, wordt het alleen al om getalsmatige redenen een hele kunst om een kabinet te vormen dat kan rekenen op een meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer. We hebben het dan nog niet eens gehad over de vraag of de betrokken partijen het met elkaar eens kunnen worden. Politici van verschillende pluimages zullen met elkaar moeten samenwerken en vervolgens afwachten of ze na de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 nog steeds op een meerderheid in de Eerste Kamer kunnen rekenen.