Boekrecensie | Supergaaf
Hoe kan het dat Mark Rutte talloze moeilijke debatten overleefde, terwijl andere VVD-bewindslieden om hem heen wel moesten opstappen? Hoe zorgt hij er voor dat de VVD in bijna alle verkiezingen in de laatste tien jaar als grootste uit de bus kwam? Volgens Robbert Wigt komt dat vooral door zijn retorische kwaliteiten. In zijn boek ‘Supergaaf’ pelt hij de overtuigingsmiddelen en -strategieën af.
Wigt geeft in het begin van het boek aan dat hij geen oordeel over Rutte wil vellen in het boek, maar vooral wil analyseren hoe Rutte zijn argumentatie opbouwt, welke trucjes hij gebruikt en hoe hij zijn tegenstanders de baas is in een debat, om zo te laten zien wat Rutte in zijn ‘retorische gereedschapskist’ heeft. Het boek behandelt zo, aan de hand van debatten die Rutte gevoerd heeft, welke handigheidjes en stijlfiguren de minister-president inzet.
De auteur is zelf docent Nederlandse taal- en letterkunde; Wigt zoekt dan ook vooral in taalkunde en retorica. Zijn eigen kennis vult hij aan met interviews met deskundigen met uiteenlopende expertises: journalisten (Wilma Borgman, Petra de Koning & Joost Vullings), hoogleraren (Frans van Eemeren & Henk ten Velde), communicatiespecialisten (Lars Duursma & Alexa Kuit), oud-Kamerlid en mediatrainer van de VVD Ton Elias en met een oud-tegenstander van Rutte; Lodewijk Asscher.
Wigt ziet Lodewijk Asscher als misschien wel de meest gewaagde opponent die Rutte in al die jaren gehad heeft. Als voorbeeld hiervan noemt hij de kijkwijzer die Asscher twitterde, voorafgaand aan de Algemene Beschouwingen in 2019. Hierin had hij 10 typische reacties van Rutte in debatten op een rij gezet, zoals: ‘Ik heb u wel eens sterker gezien’ (metacommunicatie/recensie van de tegenstander). Zo kon hij aan anderen laten zien welke debattrucs Rutte in dat debat inzette, door daar naar te verwijzen.
Misschien wel het meest bekende debat uit de recente geschiedenis is het debat op 1 april 2021. Dat ging over de frase ‘positie Omtzigt: functie elders’ uit de stukken van de verkenners en wordt ook wel ‘de Nacht van Rutte’ genoemd. Het boek van Wigt besteedt er twee hoofdstukken aan; een over het debat zelf, en de ander over de uitzending van Nieuwsuur na het debat. Wigt ontleedt de argumentatielijn die Rutte tijdens het debat aanhield en laat zien dat hij zich daar strak aan houdt, ook al duurde het debat ruim 13 uur.
Het boek geeft een uitstekend inkijkje in de verbale technieken van de man die nu onze langstzittende premier is. Doordat de schrijver elke keer fragmenten uit debatten gebruikt is het helder hoe Rutte de taal gebruikt in zijn voordeel. Het is daarmee zeker een aanrader; voor het grote publiek, maar misschien nog wel meer voor zijn politieke tegenstanders. Het zou voor hen geen kwaad kunnen om het eens door te lezen in aanloop naar de debatten komende week.