Boekrecensie | Eigen planeet eerst: de marmottenbak rond de klimaatcrisis
In Eigen planeet eerst (2025) onderzoekt Roxane van Iperen waarom onze democratische rechtsstaat niet in staat lijkt om effectief te reageren op de klimaatcrisis. Geïnspireerd door vragen van haar kinderen en discussies tijdens theatercolleges, stelt ze zichzelf en haar generatie de vraag: wat is onze rol in het afwenden van de klimaatcrisis? Het boek is geen traditioneel klimaatessay, maar een diepgaande analyse van de structurele beperkingen van ons politieke systeem bij het aanpakken van deze existentiële uitdaging.
Klimaatcrisis is systeemcrisis
Van Iperen stelt dat de klimaatcrisis niet slechts een milieuprobleem is, maar een symptoom van een dieperliggende systeemcrisis. Ze betoogt dat de democratie steeds meer is gaan leunen op neoliberale principes, waarbij kortetermijnbelangen en economische groei prevaleren boven collectief welzijn en duurzaamheid. In plaats van solidariteit en langetermijnplanning domineren marktwerking en individualisme het politieke discours.
Een centrale metafoor in het boek is die van de “marmottenrace”: burgers worden vergeleken met marmotten in een doolhof, gestuurd door economische en politieke structuren die hen richting de minst duurzame keuzes leiden. Zelfs goedbedoelende individuen worden zo onbewust medeplichtig aan een systeem dat hen richting ecologische en sociale ondergang stuurt.
Van Iperen introduceert het concept van “alt-democracy”, waarbij machtige industrieën en politieke elites samenwerken om democratische instituties te ondermijnen. Ze stelt dat deze elites enerzijds een grenzeloze, geglobaliseerde markt bedienen en anderzijds lokale zondebokpolitiek bedrijven, gericht op het herstel van nationale soevereiniteit en landsgrenzen.
Reflectie
Critici prijzen het boek om zijn scherpe analyse en urgentie. Menno Hurenkamp van NRC noemt het een “knisperende diagnose” en benadrukt dat Van Iperen terecht geen pasklare oplossingen biedt, maar nieuwe denkpaden ontsluit . Iris Pronk van Trouw beschrijft het als “overtuigend én ontmoedigend”, waarbij Van Iperen grote, complexe vraagstukken niet schuwt .
Echter, de breedte van de denkrichtingen is zo groot dat het essay soms alle kanten op lijkt te gaan. Dat past bij een gedachtenexperiment, maar tegelijkertijd klinkt er ook veel oordeel door. Het perspectief van goed en fout lees je tussen de regels door. Een diagnose vraagt om inventarisatie, verkenning, ordening en denkrichtingen. Na het lezen van dit boek bekroop mij het gevoel dat we niet verder zijn gekomen dan inventarisatie en dat we niet dichter bij de vraag zijn gekomen die de aanleiding vormde voor dit boek: Hoe keren we de klimaatcrisis? Wel de bevestiging dat het functioneren van onze democratie hierin een bepalende factor (democratie na waarden) bepalend is.
Marielle van Oort