De drie elementen van argumentatie in verkiezingsdebatten

Retorica in debat

Recent werd Nederland wakker geschud door de historische verkiezingsuitslag van de Provinciale Statenverkiezingen. Deze opvallende uitslag vraagt om een kleine terugblik op de verkiezingscampagnes in aanloop naar de provinciale verkiezingen en in het bijzonder: de campagneretoriek van verschillende partijleiders. Hoe hebben zij de kiezer juist wel of juist niet weten te overtuigen?

Overtuigingskracht en retorica

Voor overtuigingskracht worden vaak drie elementen uit de klassieke leer van retorica gebruikt. Deze zijn vastgesteld door Aristoteles en zijn samen te vatten als logos (logische argumentatie), ethos (argumentatie door middel van karakter en autoriteit) en pathos (argumentatie door in te spelen op emoties en gevoel). Natuurlijk is de effectiviteit van een betoog van meerdere zaken afhankelijk, zoals de overdracht, de presentatie en de (maatschappelijke) context, maar grofweg is de inhoud altijd gebaseerd op deze drie retorische middelen. Ook in recente tv-debatten zijn deze middelen te herkennen in de argumenten van verschillende partijleiders. Zo werden in het EenVandaag Verkiezingsdebat drie thema’s (stikstof, migratie en betaalbaarheid) aangesneden waarover de partijleiders hun standpunten uiteen konden zetten.

Logos versus Pathos

Over het thema stikstof debatteerden BBB-leider Caroline van der Plas, D66-leider Sigrid Kaag en Wopke Hoekstra van het CDA. De argumentatie van Kaag richtte zich in dit debat met name op logos. Ze beriep zich op de uitspraak van de Raad van State en gaf aan dat de regering wettelijk verplicht is zich aan de stikstofnormen te houden. Onder de noemer ‘duidelijkheid’ stelde zij dat het huidige overheidsbeleid ook helder is voor de boeren. Van de Plas richtte zich in haar argumentatie veel meer op pathos. Ze antwoordde:  “Duidelijkheid? Ik kan iemand aan de rand van een ravijn zetten en zeggen ‘ik ga je nu erin duwen’, dan geef ik iemand duidelijkheid maar echt leuk is dat niet natuurlijk”.

Ethos in retoriek

Over het thema migratie debatteerden VVD-leider Mark Rutte, Geert Wilders van de PVV en Attje Kuiken van de PvdA met elkaar. Wilders sleep zijn messen om Mark Rutte zoals vanouds flink aan de tand te voelen. Hij noemde Rutte zelf ‘de linkse wolk’ als het om migratie gaat. Een handig retorische trucje waarbij hij Ruttes eigen campagnetruc tegen hem keert. De VVD gebruikte de ‘linkse wolk’ in eerste instantie zelf om de dreiging van PvdA en GroenLinks te duiden. Het leidde eerder op social media al tot veel vermaak met grappige weerkaarten met linkse wolkjes. De VVD maakte zelfs een Spotify playlist over ‘Dark Clouds Incoming’. Zo’n al dan niet bestaande tweestrijd is voor de VVD eerder effectief gebleken. Wellicht herinnert u zich nog de tweestrijd uit 2012 waarin VVD en PvdA uiteindelijk nek-aan-nek streden om de grootste partij te worden.

Wat vooral opvallend is aan de retoriek van Rutte is dat hij zich kan beroepen op een retorische middel dat voor de nieuwere partijleiders niet beschikbaar is, namelijk zijn ethos. Met zijn jarenlange ervaring en positie als minister-president heeft hij een status in het debat die de andere partijleiders níet hebben. Hier maakt hij dan ook graag gebruik van. “Mijn Europese collega van de Deense arbeiderspartij is wél streng op migratie” verwijt hij Kuiken.

Retoriek alleen niet voldoende voor succes

Naast de drie bekende retorische middelen zijn er natuurlijk vele andere factoren van invloed op de effectiviteit van de campagne. Zo’n televisiedebat is een momentopname en zaken zoals zichtbaarheid, social media maar ook ouderwets flyeren zijn nog steeds veelgebruikte middelen bij de verkiezingscampagnes. Wat wél opvalt is de sterk afwijkende retoriek van de grote winnaar van deze verkiezingen, de BBB. In plaats van cijfers te noemen en een relatief ingewikkeld vocabulaire te gebruiken heeft Van der Plas het over ‘stikstofvlekjes’ of ‘postzegelgebiedjes’. Wellicht is dit mede een verklaring voor de verkiezingswinst. Wat de kiezers uiteindelijk heeft overtuigd blijft uiteraard gissen.